Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart 'EUROCONTROL'
Bijlage I Statuten van het Agentschap
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
01-12-2017, Trb. 2021, 40 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 131)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-10-2022, Trb. 2022, 91 (uitgifte: 11-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wijziging van de Overeenkomst van Maastricht (17-12-2020, Trb. 2021, 1) .
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Artikel 1
Het Agentschap, opgericht bij artikel 1 van het Verdrag, wordt beheerst door deze Statuten.
Artikel 2
1
Het Agentschap vormt het orgaan dat belast is met het bereiken van de doeleinden en het uitvoeren van de in het Verdrag genoemde of door de Permanente Commissie (hierna te noemen ‘de Commissie’) vastgestelde taken. Het stelt voorstellen op en legt deze voor aan de daarvoor in aanmerking komende organen inzake de uitoefening van de onderscheiden functies en uitvoering van de onderscheiden taken van deze organen alsook de andere aan de Organisatie gedelegeerde taken. Het verleent eveneens bijstand aan de Commissie en haar ondergeschikte organen voor de uitvoering van hun toezichthoudende functies.
2
Bij de uitoefening van zijn taken kan het Agentschap zich, indien nodig, laten bijstaan door burger- en militaire deskundigen, benoemd door de Staten, of door de betrokken dienstverlenende organisaties.
3
Het Agentschap dient als centrum voor de intergouvernementele samenwerking en coördinatie op het gebied van de luchtverkeersdienstverlening. Het legt voorstellen voor en levert de nodige ondersteuning gericht op de convergentie naar en de tenuitvoerlegging van een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem.
4
Het verleent met name diensten op het gebied van regelgeving, informatie, ondersteuning en advies aan de Verdragsluitende Partijen en, op grond van krachtens artikel 11 van het Verdrag gesloten overeenkomsten, aan de erkende internationale organisaties en aan niet bij het Verdrag Partij zijnde Staten.
5
Het Agentschap zal met name:
- a.
de implementatieplannen van de Verdragsluitende Partijen coördineren ten einde de convergentie naar een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem te verzekeren;
- b.
bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en andere bij de burgerluchtvaart betrokken internationale organisaties in studie zijnde kwesties onderzoeken en coördineren en wijzigingen in ICAO-documenten voorleggen;
- c.
voorstellen ontwikkelen voor een gedetailleerde planning voor de harmonisering en integratie van de luchtverkeersdienstverlening en systemen voor luchtverkeersbeveiliging, in het bijzonder de grond- en boordelementen van systemen voor luchtverkeersbeveiliging van de Verdragsluitende Partijen met het oog op het instellen van een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem;
- d.
voorstellen ontwikkelen met betrekking tot het mechanisme voor de strategische planning en ontwerp van routes en ondersteunende luchtruimtestructuren, in coördinatie met door de Staten aangewezen burger- en militaire deskundigen;
- e.
voorstellen ontwikkelen ter harmonisering van de regelgeving op het gebied van luchtverkeersdienstverlening, gecoördineerde of gemeenschappelijke beleidslijnen ter verbetering van de luchtverkeersbeveiliging op en nabij luchthavens ontwikkelen en de vergroting van de efficiëntie en flexibiliteit bij het luchtruimgebruik tussen burger- en militaire gebruikers ondersteunen;
- f.
voorstellen doen of een adviserende rol spelen ten aanzien van alle beleids- en planningaspecten. De reikwijdte van zijn activiteiten is niet beperkt tot ‘en route’-luchtverkeersbeveiliging doch verruimd tot een geïntegreerde ‘gate-to-gate’-benadering van de luchtverkeersbeveiliging. Bij de voorbereiding van bedoelde voorstellen wordt het Agentschap door nationale deskundigen bijgestaan;
- g.
maatregelen bestuderen en bevorderen ter verbetering van de kostenefficiëntie en de doeltreffendheid op het gebied van de luchtverkeersdienstverlening
- h.
gemeenschappelijke criteria, procedures en methoden ontwikkelen ter verzekering van de hoogste efficiëntie en kwaliteit van de systemen voor luchtverkeersbeveiliging en luchtverkeersdienstverlening;
- i.
onderzoek-, ontwikkelings- test-, en proefprogramma’s coördineren ten behoeve van nationale luchtverkeersbeveiligingsorganisaties, met inbegrip van het vergaren en verspreiden van de resultaten;
- j.
gemeenschappelijke studies, tests en toegepast onderzoek uitvoeren en zich voorts bezighouden met andere technische ontwikkelingen;
- k.
een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem onder auspiciën van de Commissie omschrijven, ontwerpen, ontwikkelen, valideren en de implementatie ervan organiseren;
- l.
het uitvoeren van onafhankelijk prestatieonderzoek en veiligheidsregelgeving op het gebied van luchtverkeerbeveiliging ondersteunen en bijstaan;
6
Wanneer het Agentschap belast is met luchtverkeersdienstverlening heeft het als oogmerk:
- a.
botsingen tussen luchtvaartuigen te voorkomen;
- b.
een ordelijk en vlot verloop van het luchtverkeer te verzekeren;
- c.
adviezen en inlichtingen te verschaffen die dienstig zijn voor de veilige en efficiënte uitvoering van de vluchten;
- d.
de daarvoor in aanmerking komende instanties te waarschuwen indien luchtvaartuigen de hulp van de opsporings- en reddingsdiensten nodig hebben, en aan deze instanties de nodige medewerking te verlenen.
7
Het Agentschap werkt nauw samen met de gebruikersorganisaties om zo efficiënt en economisch mogelijk in de behoeften van de burgerluchtvaart te voorzien. Het werkt nauw samen met de militaire autoriteiten ten einde volgens dezelfde voorwaarden in de bijzondere behoeften van de militaire luchtvaart te voorzien.
Artikel 3
1
Onder voorbehoud van de bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend, wordt het Agentschap geleid door een Directeur-generaal die bij zijn beheer een grote onafhankelijkheid geniet wat betreft de invoering, het gebruik en het efficiënt functioneren van de hem ter beschikking gestelde technische, financiële en personele middelen. Uit dien hoofde neemt hij/zij de naar zijn/haar oordeel noodzakelijke initiatieven om aan zijn/haar verplichtingen te voldoen.
2
Het gezag van de Directeur-Generaal zoals vervat in dit artikel is voorts onderworpen aan het gezag van de Directeur van het Centrum Maastricht uit hoofde van artikel 4 van de Overeenkomst van Maastricht waarbij wordt beoogd de Directeur die de leiding heeft over het Centrum Maastricht bestuurlijke onafhankelijkheid te verlenen met betrekking tot het zo efficiënt mogelijk plannen en inzetten van de vereiste middelen.
3
Niettemin dient de Directeur-generaal, met het oog op voorlegging aan de Commissie, ter goedkeuring overeenkomstig de bepalingen in het Verdrag:
- a.
jaarlijkse en vijfjarenwerkprogramma’s op te stellen, onder vermelding van de consequenties voor de kostenontwikkeling en de tarieven per eenheid van heffing;
- b.
het financieel vijfjarenplan en de begroting met inbegrip van de financiële verplichtingen vast te stellen;
- c.
aan de Commissie een jaarverslag over de werkzaamheden en financiële situatie van de Organisatie voor te leggen;
- d.
de beginselen waaraan de algemene structuur van het Agentschap is onderworpen voor te leggen, waarbij de bijzonderheden van deze structuur uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de Directeur-generaal vallen.
4
De Directeur-generaal dient bovendien:
- a.
met regelmatige tussenpozen verslagen voor te leggen en de Commissie om aanwijzingen te vragen telkens wanneer de doeleinden niet gehaald dreigen te worden, de streefdata of financiële plafonds overschreden dreigen te worden of in geval van belangrijke wijzigingen in de programma’s;
- b.
te onderhandelen over de overeenkomsten bedoeld in artikel 11 van het Verdrag in het kader van de door de Commissie gegeven richtlijnen;
- c.
de in artikel 13 van het Verdrag bedoelde contracten te sluiten.
Artikel 4
Onder voorbehoud van de bevoegdheden die aan de Commissie en aan zijn ondergeschikte organen zijn toegekend, voert een Bestuurscomité, hierna genoemd het ‘Comité’, de taken uit zoals voorzien in deze Statuten of in andere relevante internationale rechtsinstrumenten.
Artikel 5
1
Het Comité wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van elk van de Verdragsluitende Partijen. Elke Verdragsluitende Partij mag meerdere vertegenwoordigers aanwijzen, zodat met name de belangen van de burgerluchtvaart en die van de nationale defensie vertegenwoordigd kunnen worden. Slechts één van de vertegenwoordigers is stemgerechtigd en hij dient een hoge ambtenaar te zijn die in zijn land een verantwoordelijke functie op het gebied van de luchtverkeersdienstverlening bekleedt. Elke vertegenwoordiger heeft een plaatsvervanger, die hem in geval van verhindering rechtens vertegenwoordigt.
2
Voor zittingen van het Comité bestaat een quorum uit de stemgerechtigde vertegenwoordigers van driekwart van de Verdragsluitende Partijen. Indien het quorum niet wordt bereikt, worden de beraadslagingen uitgesteld tot een latere vergadering die opnieuw moet worden geconvoceerd en die niet eerder mag worden gehouden dan tien dagen na de voorgaande vergadering. Het quorum tijdens die vergadering bedraagt ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde vertegenwoordigers.
Artikel 6
1
Het Comité stelt zijn huishoudelijk reglement op, met inbegrip van de regels betreffende de verkiezing van een Voorzitter en Vicevoorzitter en de benoeming van een Secretaris.
2
Dit reglement dient ook bepalingen te bevatten die betrekking hebben op onverenigbare functies. Het reglement dient bovendien voor te schrijven dat de convocaties voor de vergaderingen schriftelijk of, in geval van spoed, per telex of fax worden verzonden, en dat zij de agenda bevatten.
3
Het reglement wordt ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd.
Artikel 7
1
Voor de uitoefening van zijn taak kan het Agentschap onder andere de gebouwen en installaties die het nodig heeft construeren en exploiteren. Ten einde doublures te vermijden doet het echter een beroep op de nationale technische diensten en gebruikt het de bestaande nationale installaties telkens wanneer dat technisch en economisch gerechtvaardigd is.
2
De Directeur-generaal legt maatregelen die genomen dienen te worden krachtens het voorgaande lid ter goedkeuring aan de Commissie voor.
Artikel 8
De Directeur-generaal stelt, met het oog op voorlegging aan de Commissie, het contractenreglement op dat betrekking heeft op:
- a.
het afsluiten van contracten voor de levering van goederen en het verlenen van diensten aan de Organisatie;
- b.
de levering van goederen en het verlenen van diensten door de Organisatie;
- c.
de verkoop of overdracht van overtollige bezittingen.
Artikel 9
1
Het Comité neemt zijn besluiten bij gewogen meerderheid.
2
Onder gewogen meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen, met dien verstande dat:
- –
de stemmen worden gewogen met inachtneming van artikel 8 van het Verdrag;
- –
deze stemmen vertegenwoordigen de meerderheid van de stemuitbrengende Verdragsluitende Partijen.
3
Bij staking van de stemmen besluit de Voorzitter, hetzij tijdens dezelfde vergadering tot een tweede stemming over te gaan, hetzij het voorstel op de agenda te plaatsen van een volgende vergadering waarvan hij de datum vaststelt. Indien op de volgende vergadering de stemmen opnieuw staken, is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.
Artikel 10
Voor de toepassing van artikel 2, lid 1(l) van het Verdrag, neemt de uitgebreide Commissie bedoeld in de Multilaterale Overeenkomst betreffende ‘en route’-heffingen besluiten in overeenstemming met de bepalingen van die Overeenkomst.
Artikel 11
Het Comité stelt het Financieel Reglement op, dat aan de goedkeuring van de Commissie wordt onderworpen en onder meer bepaalt welke boekhoudregels gevolgd moeten worden ten aanzien van de inkomsten en uitgaven, op welke wijze de nationale bijdragen gestort moeten worden en onder welke voorwaarden de Organisatie leningen kan opnemen.
Artikel 12
1
Onverminderd het recht van de Verdragsluitende Partijen voorstellen voor te leggen, stelt de Directeur-generaal het Administratief Statuut van het personeel van het Agentschap op en onderwerpt dit aan de goedkeuring van de Commissie;
- a.
het dient met name bepalingen te bevatten die betrekking hebben op de nationaliteit van het personeel, de selectie- en wervingsprocedures en -beginselen, salarisschalen, pensioenen, de interne belasting, onverenigbare functies, beroepsgeheim en het ononderbroken functioneren van de dienst;
- b.
de aanwerving van het personeel van het Agentschap geschiedt onder onderdanen van de Verdragsluitende Partijen. In het kader van toepassing van de in artikel 2, lid 3 van het Verdrag genoemde overeenkomsten, dan wel in uitzonderlijke gevallen krachtens een naar behoren gemotiveerd besluit van de Directeur-generaal kan personeel uit niet bij het Verdrag Partij zijnde Staten worden tewerkgesteld.
2
Slechts de Administratieve Rechtbank van de Internationale Arbeidsorganisatie is bevoegd tot regeling van geschillen tussen de Organisatie en het personeel van het Agentschap, met uitsluiting van alle andere nationale of internationale gerechten.
Artikel 13
1
De Directeur-generaal wordt voor de tijd van vijf jaar benoemd door de Commissie met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat die meerderheid volgens de in artikel 8 van het Verdrag voorziene weging ten minste driekwart van de uitgebrachte gewogen stemmen en ten minste driekwart van de stemuitbrengende Verdragsluitende Partijen vertegenwoordigt. Hij/zij is op dezelfde wijze eenmaal herbenoembaar. Het Statuut van de Directeur-generaal wordt door de Commissie goedgekeurd.
2
De Directeur-generaal vertegenwoordigt de Organisatie in en buiten rechte.
3
Bovendien kan de Directeur-generaal, overeenkomstig de door de Commissie vastgestelde beleidslijnen:
- a.
de personeelsleden benoemen en hen uit hun dienstverband ontslaan overeenkomstig het bepaalde in het Personeelsstatuut; benoemingen van directeuren in de rangen AD14 en AD15 voor een termijn van normaalgesproken vijf jaar, die eenmaal mag worden verlengd, dienen te worden goedgekeurd door de Commissie met uitzondering van de Directeur van het Centrum Maastricht wiens voordracht dient te worden goedgekeurd door het Maastricht Besluitvormingsorgaan;
- b.
overeenkomstig de bepalingen van het Financieel reglement en binnen de daartoe door de Commissie gestelde grenzen leningen aangaan;
- c.
contracten sluiten overeenkomstig de bepalingen van het in artikel 8 bedoelde contractenreglement en binnen de daartoe door de Commissie gestelde grenzen;
- d.
een regeling inzake gegevensbescherming opstellen en ter goedkeuring aan de Commissie voorleggen;
- e.
de regels en procedures die van toepassing zijn op normen, specificaties en praktijken met betrekking tot luchtverkeersdienstverlening en systemen voor luchtverkeersbeveiliging opstellen en ter goedkeuring aan de Commissie voorleggen.
4
De Directeur-generaal oefent bovengenoemde functies uit zonder vooroverleg met de Commissie, doch houdt de Commissie op de hoogte van de in de uitoefening van bovengenoemde bevoegdheden genomen maatregelen.
5
Het Comité stelt de voorwaarden vast waarop de Directeur-generaal bij diens verhindering wordt vervangen. Er wordt geen beroep op de Directeur van het Centrum Maastricht gedaan om de Directeur-Generaal tijdens diens afwezigheid te vervangen.
Artikel 14
De Commissie stelt de voertalen van het Agentschap vast.
Artikel 15
Het Agentschap verzorgt de voor zijn werkzaamheden noodzakelijke publicaties.
Artikel 16
1
De begroting dient qua uitgaven en ontvangsten in evenwicht te zijn. Alle ontvangsten en uitgaven van het Agentschap dienen voor elk begrotingsjaar te worden geraamd.
2
Het begrotingsjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december.
3
De Directeur-generaal legt de ontwerpbegroting en het ontwerp van het financieel vijfjarenplan uiterlijk op 31 oktober van het voorgaande jaar ter goedkeuring aan de Commissie voor.
Artikel 17
De begroting en het financieel vijfjarenplan kunnen, indien de omstandigheden zulks vereisen, in de loop van het begrotingsjaar worden herzien op de wijze die voor hun vaststelling en goedkeuring is voorgeschreven.
Artikel 17bis
Er wordt een ‘EUROCONTROL-pensioenfonds’ opgericht dat een afzonderlijke categorie activa van de Organisatie vormt. Het fonds bezit geen rechtspersoonlijkheid. Het wordt beheerd zoals vervat in het Aanhangsel bij deze Statuten.
Artikel 18
1
De diensten van het Agentschap kunnen op verzoek van de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van de Directeur-generaal, onderworpen worden aan administratieve of technische inspecties.
2
Deze inspecties worden uitgevoerd door ambtenaren behorende tot de overheidsdiensten van de Verdragsluitende Partijen, zo nodig met externe bijstand. Elke inspectiecommissie bestaat uit ten minste twee leden van verschillende nationaliteit en tot elke inspectiecommissie moet voor zover mogelijk een lid behoren dat aan een voorgaande inspectie heeft deelgenomen.
Artikel 19
1
Onverminderd het gestelde in onderstaand lid 2 worden de jaarlijkse bijdragen van de Verdragsluitende Partijen aan de begroting voor elk begrotingsjaar bepaald volgens onderstaande verdeelsleutel:
- (a)
een eerste bestanddeel, ten belope van 30% van de bijdrage, wordt berekend in verhouding tot de hoogte van het Bruto Nationaal Produkt van de Verdragsluitende Partijen zoals dit is omschreven in onderstaand lid 3;
- (b)
een tweede bestanddeel, ten belope van 70% van de bijdrage, wordt berekend in verhouding tot de hoogte van de grondslag van de ‘en route’-heffingen der Verdragsluitende Partijen zoals deze is omschreven in onderstaand lid 4.
2
Geen enkele Verdragsluitende Partij is verplicht voor een bepaald begrotingsjaar een hogere bijdrage te betalen dan 30% van het totaal van de bijdragen van de Verdragsluitende Partijen. Indien de overeenkomstig de bepalingen in het eerste lid berekende bijdrage van een Verdragsluitende Partij meer bedraagt dan 30%, wordt het overschot volgens de in het eerste lid vastgestelde regels over de andere Verdragsluitende Partijen omgeslagen.
3
Het hier bedoelde Bruto Nationaal Produkt is het nationaal produkt zoals dat blijkt uit de statistieken, opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling — of, bij gebreke daarvan, door een andere instantie die gelijkwaardige garanties biedt en aangewezen is krachtens een beslissing van de Commissie — door het rekenkundig gemiddelde te berekenen over de laatste drie jaren waarvoor zulke statistieken ter beschikking staan. Bedoeld wordt het Bruto Nationaal Produkt berekend naar factorkosten en lopende prijzen uitgedrukt in Europese Rekeneenheden.
4
De hier bedoelde grondslag voor de ‘en route’-heffingen is die welke is vastgesteld voor het voorlaatste jaar vóór het desbetreffende begrotingsjaar.
Artikel 20
1
De Organisatie kan op de internationale kapitaalmarkten de gelden opnemen die ter vervulling van haar taak noodzakelijk zijn.
2
De Organisatie kan op de kapitaalmarkten van een Verdragsluitende Partij leningen uitgeven in het kader van de voor binnenlandse leningen geldende nationale wettelijke regelingen, of bij gebreke van dergelijke regelingen, in overeenstemming met de Verdragsluitende Partij.
3
Het Financieel Reglement stelt de procedure vast volgens welke de Organisatie leningen aangaat en aflost.
4
Elke begroting bepaalt het maximumbedrag dat de Organisatie kan lenen in de loop van het jaar waarop de begroting betrekking heeft.
5
Ten aanzien van aangelegenheden die vallen binnen de werkingssfeer van dit artikel handelt de Organisatie in overleg met de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen of met de circulatiebanken van die Verdragsluitende Partijen.
Artikel 21
In het ingevolge het bovenstaande artikel 11 aangenomen Financieel Reglement wordt voorzien in het ramen, uitvoeren en nazien van de ontvangsten en uitgaven van het Agentschap, met inachtneming van de bepalingen van deze Statuten.
Artikel 22
Vervallen.
Artikel 22bis
1
Een Auditcomité zal onder andere:
- a.
zorg dragen voor het onderzoeken en certificeren van:
- i.
het financiële jaarverslag van het Agentschap;
- ii.
het financiële jaarverslag van het pensioenfonds van het Agentschap; en
- iii.
de jaarbalans en administratieve rekening van het stelsel van ‘en route’-heffingen;
- b.
aan de Commissie verslag uitbrengen over bevindingen die het, of de organen waaraan het verslag uitbrengt, als belangrijk en significant kan beschouwen, met inbegrip van de zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid van de werkzaamheden van het Agentschap en de mate van transparantie van de besluiten en procedures van het Agentschap.
De uitgaven met betrekking tot het Auditcomité komen ten laste van de Organisatie.
2
Het mandaat van het Auditcomité wordt goedgekeurd door de Commissie, in overeenstemming met de meerderheid zoals voorzien in artikel 7.4 van het Verdrag.
3
De Commissie nodigt per toerbeurt zes Lidstaten uit om een vertegenwoordiger aan te wijzen om plaats te nemen in het Auditcomité voor een termijn van vier jaar.
4
- a.
Ten behoeve van de controle genoemd in het bovenstaande eerste lid, onderdeel a, wordt het Audit-comité bij zijn werkzaamheden bijgestaan door externe deskundigen op het gebied van audits. Deze externe deskundigen worden door de Commissie aangesteld, in overeenstemming met de stemprocedure zoals voorzien in artikel 7.4 van het Verdrag na een selectieprocedure conform het contractenreglement.
- b.
Ten behoeve van de controle genoemd in het bovenstaande eerste lid, onderdeel b, mag het Auditcomité bij zijn werkzaamheden worden bijgestaan door externe deskundigen, geselecteerd conform het contractenreglement.
5
Het doel van de in het bovenstaande eerste lid, onderdeel a, genoemde controle die aan de hand van bescheiden en, zo nodig, ter plaatse geschiedt, heeft ten doel de juistheid van de ontvangsten en uitgaven na te gaan, en vast te stellen of het financiële jaarverslag een eerlijk en getrouw beeld geeft van de stand van zaken en financiële positie van de Organisatie. Het Auditcomité legt na afsluiting van elk begrotingsjaar een verslag aan de Commissie voor.
Artikel 23
Alle voorgestelde wijzigingen van de Statuten worden ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 32, lid 3 van het Verdrag.
Artikel 24
Vervallen.
Artikel 25
Vervallen.
Artikel 26
Vervallen.
Aanhangsel Reglement van het EUROCONTROL-pensioenfonds
Niet opgenomen.