Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart 'EUROCONTROL'
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
09-12-1997, Trb. 2021, 40 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 71)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-1997, Trb. 2021, 40 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 71)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Organisatie heeft de volgende taken:
- a.
gedetailleerde plannen voor de harmonisatie en integratie van de luchtverkeersdiensten en -systemen van de Verdragsluitende Partijen ontwikkelen en bekrachtigen, inzonderheid de grond- en boordsystemen voor de luchtvaart met het oog op de instelling van een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem;
- b.
de implementatieplannen van de Verdragsluitende Partijen coördineren ten einde convergentie naar een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem te verzekeren;
- c.
de vraagstukken op het gebied van de luchtvaart bestuderen en namens de Verdragsluitende Partijen coördineren die bezien worden door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en andere internationale organisaties betrokken bij de burgerluchtvaart en wijzigingen of voorstellen aan deze instanties coördineren en voorleggen;
- d.
een uniform Europees luchtverkeersbeveiligingssysteem definiëren, ontwerpen, uitwerken en toetsen, en de tenuitvoerlegging ervan organiseren;
- e.
een gemeenschappelijk Europees systeem voor de regeling van de luchtverkeersstromen en een gemeenschappelijk internationaal centrum in het kader van bovenstaande alinea (d) oprichten en exploiteren;
- f.
gemeenschappelijke normen, specificaties en werkwijzen voor luchtverkeersdienstverlening en systemen voor luchtverkeersbeveiliging opstellen, aannemen en volgen;
- g.
procedures opstellen en bekrachtigen die leiden tot een strategie voor de gemeenschappelijke aankoop van systemen en installaties ten behoeve van de luchtverkeersbeveiliging;
- h.
de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s van de Verdragsluitende Partijen inzake nieuwe technieken op het gebied van de luchtvaart coördineren, de resultaten ervan vergaren en bekend maken en gemeenschappelijke studies, beproevingen en toegepast onderzoek alsmede technische ontwikkelingen op dit gebied bevorderen en ten uitvoer leggen;
- i.
een onafhankelijk systeem van prestatieonderzoek instellen dat alle aspecten van de luchtverkeersbeveiliging bestrijkt, met inbegrip van beleid en planning, veiligheidsbeheer op en nabij luchtvaartterreinen en in het luchtruim, evenals de financiële en economische aspecten van verleende diensten, en doelen bepalen die al die aspecten bestrijken;
- j.
de maatregelen ter verhoging van de rentabiliteit en doelmatigheid op het gebied van de luchtvaart bestuderen en bevorderen;
- k.
gemeenschappelijke criteria, procedures en methoden opstellen en bekrachtigen ter verzekering van de hoogste doelmatigheid en kwaliteit van luchtverkeersdienstverlening en de systemen voor luchtverkeersbeveiliging;
- l.
voorstellen voor de harmonisering van Europese regelgeving op het gebied van luchtverkeersdienstverlening uitwerken;
- m.
ondersteuning geven aan de verbetering van de doelmatigheid en flexibiliteit bij het gebruik van het luchtruim door burger- en militaire gebruikers;
- n.
gecoördineerde of gemeenschappelijke beleidslijnen ter verbetering van de luchtverkeersbeveiliging op en nabij luchtvaartterreinen opstellen en bekrachtigen;
- o.
gemeenschappelijke criteria voor de selectie, en gemeenschappelijke beleidslijnen voor de opleiding, afgifte van bewijzen van bevoegdheid en toetsing van vakbekwaamheid van het luchtverkeersdienstverleningspersoneel opstellen en bekrachtigen;
- p.
de toekomstige gemeenschappelijke Europese systeemelementen in opdracht van de Verdragsluitende Partijen ontwerpen, instellen en exploiteren;
- q.
de ‘en route’-heffingen vaststellen, factureren en innen voor de aan het gemeenschappelijk stelsel van ‘en route’-heffingen deelnemende Staten en overeenkomstig de in Bijlage IV vervatte voorwaarden;
- r.
een mechanisme voor de multilaterale ontwikkeling en harmonisering van veiligheidsregelgeving op het stuk van luchtverkeersbeveiliging vaststellen en ten uitvoer leggen;
- s.
elke andere taak op grond van de beginselen en de doeleinden van dit Verdrag vervullen.
2.
De Organisatie kan op verzoek van een of meer Verdragsluitende Partijen met de volgende taken worden belast:
- (a)
deze Partijen behulpzaam zijn bij de uitvoering van specifieke luchtvaarttaken, zoals het ontwerpen en opzetten van installaties en diensten voor het luchtverkeer;
- (b)
namens deze Partijen de installaties en diensten voor het luchtverkeer ten volle of ten dele ter beschikking stellen en exploiteren;
- (c)
deze Partijen behulpzaam zijn bij de berekening en de inning van de door hen aan de gebruikers van de diensten voor de luchtvaart opgelegde heffingen die niet onder de Multilaterale Overeenkomst betreffende ‘en route’-heffingen vallen.
De tenuitvoerlegging van deze taken wordt per geval geregeld in een bijzondere overeenkomst tussen de Organisatie en de belanghebbende Partij of Partijen.
3.
Op verzoek van een of meer Staten, geen Lid-Staten zijnde, kan de Organisatie bovendien met de volgende taken belast worden:
- (a)
deze Staten behulpzaam zijn bij het regelen van de luchtverkeersstromen, alsmede het ontwerpen en verschaffen van de diensten en installaties voor de luchtvaart;
- (b)
deze Staten behulpzaam zijn bij de berekening en de inning van de door hen aan de gebruikers van de diensten voor de luchtvaart opgelegde heffingen die niet onder de Multilaterale Overeenkomst betreffende ‘en route’-heffingen vallen.
De tenuitvoerlegging van deze taken wordt per geval geregeld in bijzondere overeenkomsten tussen de Organisatie en de belanghebbende Staten.