Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4a.2.9 Rangschikkingscriteria
Geldend
Geldend van 01-04-2019 tot 01-04-2026
- Bronpublicatie:
01-02-2019, Stcrt. 2019, 6700 (uitgifte: 05-02-2019, regelingnummer: WJZ/18308083)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2019, Stcrt. 2019, 6700 (uitgifte: 05-02-2019, regelingnummer: WJZ/18308083)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister kent aan een cyberweerbaarheidsplan een hoger aantal punten toe, naarmate:
- a.
het cyberweerbaarheidsplan een grotere bijdrage levert aan het versterken van de cyberweerbaarheid van niet-vitale ondernemingen, waardoor maatschappelijke en economische schade kan worden beperkt;
- b.
het netwerk waarbinnen het cyberweerbaarheidsplan wordt uitgevoerd:
- 1˚
in hogere mate aantoonbaar tot doel heeft en door de samenstelling van het netwerk geschikt is om de cyberweerbaarheid van niet-vitale ondernemingen duurzaam te versterken;
- 2˚
een groter netwerk kan vormen waarbinnen ervaring en kennis over cyberweerbaarheid aanwezig is en wordt uitgewisseld;
- c.
het cyberweerbaarheidsplan innovatiever is, blijkende uit de mate waarin het cyberweerbaarheidsplan best practices of blauwdrukken oplevert, of de mate waarin het plan complementair is aan eerder uitgevoerde plannen.
2.
Het aantal punten bedraagt bij de onderdelen a en b van het eerste lid ten minste één en ten hoogste veertig punten, en bij onderdeel c van het eerste lid ten minste één en ten hoogste twintig punten.
3.
De minister rangschikt de aanvragen, waarop niet afwijzend is beslist, hoger, naarmate in totaal meer punten aan het cyberweerbaarheidsplan zijn toegekend.
4.
Geen subsidie wordt verleend voor een cyberweerbaarheidsplan dat lager is gerangschikt dan een soortgelijk cyberweerbaarheidsplan.