Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/56/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie)
Bijlage I Kwalitatief beschrijvende elementen voor de omschrijving van de goede milieutoestand
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2008
- Bronpublicatie:
17-06-2008, PbEU 2008, L 164 (uitgifte: 25-06-2008, regelingnummer: 2008/56/EG)
- Inwerkingtreding
15-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2008, PbEU 2008, L 164 (uitgifte: 25-06-2008, regelingnummer: 2008/56/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
(bedoeld in artikel 3, lid 5, artikel 9, lid 1, artikel 9, lid 3, en artikel 24)
- (1)
De biologische diversiteit wordt behouden. De kwaliteit en het voorkomen van habitats en de verspreiding en dichtheid van soorten zijn in overeenstemming met de heersende fysiografische, geografische en klimatologische omstandigheden.
- (2)
Door menselijke activiteiten geïntroduceerde niet-inheemse soorten komen voor op een niveau waarbij het ecosysteem niet verandert.
- (3)
Populaties van alle commercieel geëxploiteerde soorten vis en schaal- en schelpdieren blijven binnen veilige biologische grenzen, en vertonen een opbouw qua leeftijd en omvang die kenmerkend is voor een gezond bestand.
- (4)
Alle elementen van de mariene voedselketens, voor zover deze bekend zijn, komen voor in normale dichtheden en diversiteit en op niveaus die de dichtheid van de soorten op lange termijn en het behoud van hun volledige voortplantingsvermogen garanderen.
- (5)
Door de mens teweeggebrachte eutrofiëring is tot een minimum beperkt, met name de schadelijke effecten ervan zoals verlies van de biodiversiteit, aantasting van het ecosysteem, schadelijke algenbloei en zuurstofgebrek in de bodemwateren.
- (6)
Integriteit van de zeebodem is zodanig dat de structuur en de functies van de ecosystemen gewaarborgd zijn en dat met name bentische ecosystemen niet onevenredig worden aangetast.
- (7)
Permanente wijziging van de hydrografische eigenschappen berokkent de mariene ecosystemen geen schade.
- (8)
Concentraties van vervuilende stoffen zijn zodanig dat geen verontreinigingseffecten optreden.
- (9)
Vervuilende stoffen in vis en andere visserijproducten voor menselijke consumptie overschrijden niet de grenzen die door communautaire wetgeving of andere relevante normen zijn vastgesteld.
- (10)
De eigenschappen van, en de hoeveelheden zwerfvuil op zee veroorzaken geen schade aan het kust- en mariene milieu.
- (11)
De toevoer van energie, waaronder onderwatergeluid, is op een niveau dat het mariene milieu geen schade berokkent.
Om de kenmerken van een goede milieutoestand van een mariene regio of subregio overeenkomstig artikel 9, lid 1, te omschrijven, houden de lidstaten rekening met elke van de in deze bijlage opgenomen kwalitatief beschrijvende elementen, teneinde na te gaan welke van die beschrijvende elementen moeten worden gebuikt[lees: gebruikt] om de goede milieutoestand voor die mariene regio of subregio vast te stellen. Wanneer een lidstaat het niet passend vindt een of meer van deze beschrijvende elementen te gebruiken, verschaft hij de Commissie een motivering in het kader van de kennisgeving als bedoeld in artikel 9, lid 2.