Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/56/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie)
Bijlage V Monitoringprogramma's
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2008
- Bronpublicatie:
17-06-2008, PbEU 2008, L 164 (uitgifte: 25-06-2008, regelingnummer: 2008/56/EG)
- Inwerkingtreding
15-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2008, PbEU 2008, L 164 (uitgifte: 25-06-2008, regelingnummer: 2008/56/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
(bedoeld in artikel 11, lid 1, en artikel 24)
- (1)
Noodzaak om informatie te verstrekken met het oog op het beoordelen van de milieutoestand en een schatting van de afstand tot en voortgang in de richting van de goede milieutoestand overeenkomstig bijlage III en de criteria en methodologische standaarden die krachtens artikel 9, lid 3, worden vastgesteld.
- (2)
Noodzaak om te garanderen dat de informatie wordt vergaard die nodig is om passende indicatoren te selecteren voor de milieudoelen waarin artikel 10 voorziet.
- (3)
Noodzaak om te garanderen dat de informatie wordt vergaard die nodig is om het effect van de in artikel 13 bedoelde maatregelen te beoordelen.
- (4)
Noodzaak om te voorzien in activiteiten om de oorzaak van veranderingen te achterhalen en zodoende — in voorkomend geval — de bijsturingsmaatregelen te kunnen nemen die nodig zijn om terug te keren naar een goede milieutoestand, indien afwijkingen van het gewenste toestandsbereik zijn vastgesteld.
- (5)
Noodzaak om informatie te verschaffen over de chemische verontreinigingen in door de mens geconsumeerde vissoorten in gebieden waar commerciële visserij wordt beoefend.
- (6)
Noodzaak om te voorzien in activiteiten om te controleren of de bijsturingsmaatregelen de gewenste veranderingen teweegbrengen en geen ongewenste neveneffecten veroorzaken.
- (7)
Noodzaak om de informatie op het niveau van de mariene regio's of subregio's samen te voegen overeenkomstig artikel 4.
- (8)
Noodzaak om ten aanzien van de beoordeling te zorgen voor binnen en tussen mariene regio's en/of subregio's vergelijkbare benaderingen en methoden.
- (9)
Noodzaak om op Gemeenschapsniveau technische specificaties en gestandaardiseerde monitoringmethoden uit te werken met het oog op de vergelijkbaarheid van informatie.
- (10)
Noodzaak om een zo groot mogelijke afstemming tot stand te brengen met bestaande regionale en internationale programma's, teneinde de samenhang tussen die programma's te bevorderen en overlappingen te vermijden, door gebruik te maken van de richtsnoeren voor monitoring die voor de betrokken mariene regio's of subregio's het meest passend zijn.
- (11)
Noodzaak om in het kader van de in artikel 8 bedoelde initiële beoordeling te voorzien in een beoordeling van belangrijke veranderingen in de milieuomstandigheden alsook, in voorkomend geval, van nieuwe en in belang toenemende problemen.
- (12)
Noodzaak om in het kader van de in artikel 8 bedoelde initiële beoordeling aandacht te besteden aan de in bijlage III opgesomde betrokken elementen en de natuurlijke variabiliteit daarvan en om het geleidelijk bereiken van de overeenkomstig artikel 10, lid 1, vastgestelde milieudoelen te beoordelen, voor zover passend met gebruikmaking van de reeks indicatoren en de bijbehorende grens- en streefwaarden.