Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 4.8 Winkelvoorzieningen en arbeids- en /of bezoekerintensieve bedrijvigheid
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2011
- Bronpublicatie:
02-02-2011, Provinciaal blad van Groningen 2011, 11 (uitgifte: 24-03-2011, regelingnummer: A.1)
- Inwerkingtreding
01-04-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2011, Provinciaal blad van Groningen 2011, 11 (uitgifte: 24-03-2011, regelingnummer: A.1)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De toelichting op een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwe locaties voor de vestiging van detailhandel biedt inzicht in de wijze waarop concentratie van winkelvoorzieningen en detailhandel wordt nagestreefd.
2.
Een bestemmingsplan voorziet alleen in nieuwe detailhandelsvestigingen buiten de bestaande wijk- en winkelcentra indien:
- a.
deze bedrijfsvestiging niet ten koste gaat van de bestaande detailhandelstructuur;
- b.
sprake is van detailhandel met een winkelvloeroppervlakte tot maximaal 2.500 m2 per bedrijfsvestiging in:
- 1º
brand- en explosiegevaarlijke goederen of;
- 2º
zeer volumineuze goederen zoals auto's, motoren, boten, caravans, keukens, sanitair, vloerbedekking, zonwering, kampeerartikelen, bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, woning- en kantoorinrichting of
- 3º
tuininrichting;
- c.
sprake is detailhandel als een niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van een bedrijf;
- d.
de bedrijfsvestiging qua schaal en verzorgingsfunctie aansluit bij aard en schaal van de betreffende kern.
3.
In afwijking van het tweede lid, onder b, is in de door Gedeputeerde Staten vast te stellen stedelijke centra Appingedam/Delfzijl, Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Veendam en Winschoten vestiging van bedoelde detailhandel mogelijk met een winkelvloeroppervlakte die groter is dan 2.500 m2 op een bedrijventerrein.
4.
Een bestemmingsplan voorziet niet in de vestiging van grootschalige detailhandel, waaronder een factory-outletcenter, buiten de gemeente Groningen.
5.
Een bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe kantoorlocaties en in de vestiging van ziekenhuizen anders dan in het bestaand stedelijk gebied binnen of aansluitend op de stedelijke centra genoemd in het derde lid.