Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
2.7.4 Aankoop deelneming tegen koopsom in vreemde valuta
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Als een belastingplichtige het voornemen heeft om een deelneming te kopen waarvan de koopsom in een andere valuta luidt dan de functionele valuta, kan het om bedrijfseconomische redenen gewenst zijn om de valutakoers van de te betalen koopsom te fixeren. Als dit zich voordoet dan zal de belastingplichtige in de periode voorafgaand aan de daadwerkelijke betaling van de koopsom een positie opbouwen in die andere valuta. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het aanhouden van tegoeden in de andere valuta of aan valutatermijntransacties. Omdat er op dat moment nog geen deelneming is, kan voor deze afdekkingsinstrumenten geen verzoek in de zin van artikel 13, zevende lid, Wet Vpb worden gedaan. In de vennootschappelijke jaarrekening maken de valutaresultaten behaald in de periode voorafgaand aan de daadwerkelijke aankoop en betaling van de deelneming onderdeel uit van de kostprijs van die deelneming. Het voorgaande geldt niet alleen bij het voornemen om een deelneming te verwerven, maar ook bij het voornemen tot het verrichten van een kapitaalstorting in de functionele valuta van een deelneming die een andere is dan de functionele valuta die de belastingplichtige hanteert. Omdat ik op dit punt de fiscaliteit in lijn wil brengen met de bedrijfseconomische realiteit, keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat op verzoek van de belastingplichtige de valutaresultaten die een gevolg zijn van de opgebouwde positie in vreemde valuta in verband met de in de toekomst te betalen koopsom of te verrichten kapitaalstorting, fiscaal onderdeel van de kostprijs van de deelneming vormen en van het voor die deelneming opgeofferde bedrag. Als de rechtshandeling is aangegaan nadat een volledig verzoek is ontvangen, maar voordat de inspecteur heeft beslist op dit verzoek vormen de valutaresultaten fiscaal onderdeel van de kostprijs van de deelneming en van het voor die deelneming opgeofferde bedrag voor zover deze voordelen opkomen nadat de rechtshandeling is aangegaan. Als het volledige verzoek is ontvangen nadat de rechtshandeling is aangegaan vormen de valutaresultaten onderdeel van de kostprijs en van het voor de deelneming opgeofferde bedrag voor zover deze opkomen nadat het volledige verzoek waarop de inspecteur beslist, is ontvangen.