Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 82 Personeel
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het Statuut, de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en de regels die gezamenlijk door de instellingen van de Unie zijn vastgesteld ter uitvoering van genoemd Statuut en van genoemde Regeling zijn van toepassing op het personeel van de afwikkelingsraad.
In afwijking van de eerste alinea worden de voorzitter, de vicevoorzitter en de vier leden als bedoeld in artikel 43, lid 1, punt b), gelijkgesteld met respectievelijk een vicepresident, rechter en griffier van het Hof van Justitie wat betreft beloning en pensioenleeftijd als vastgesteld in Verordening nr. 422/67/EEG, Verordening 5/67/Euratom van de Raad (1). Voor hen geldt geen maximale pensioenleeftijd. Op aspecten die niet onder deze verordening of Verordening nr. 422/67/EEG, Verordening nr 5/67/Euratom vallen, zijn het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van overeenkomstige toepassing.
2.
De afwikkelingsraad stelt, in overeenstemming met de Commissie, de nodige uitvoeringsmaatregelen vast overeenkomstig de regelingen van artikel 110 van het Statuut.
3.
De afwikkelingsraad oefent ten aanzien van zijn personeel de bevoegdheden uit die krachtens het Statuut zijn verleend aan het tot aanstelling bevoegde gezag, alsook die welke krachtens de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden zijn verleend aan het tot het aangaan van overeenkomsten bevoegde gezag.
Voetnoten
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1)