Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stb. 2020, 534 (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stb. 2020, 534 (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In afwijking van artikel 12, derde lid, kan de ambtenaar met een volledige betrekking bij het bevoegd gezag een arbeidstijd aanvragen van gemiddeld 38, gemiddeld 39,6 uur of gemiddeld 40 uur per week, met dien verstande dat de ambtenaren bedoeld in artikel 30e, tweede lid, onderdelen a en c, de aanvraag van gemiddeld 40 uur per week niet kunnen doen.
2.
Het bevoegd gezag beoordeelt een aanvraag als bedoeld in het eerste lid overeenkomstig artikel 2, vijfde en tiende lid, van de Wet flexibel werken.
3.
Tenzij de nieuw aan te stellen ambtenaar vóór zijn aanstelling verzoekt om een arbeidstijd van gemiddeld 36 of gemiddeld 38 uur per week, vindt de aanstelling in een volledige betrekking in afwijking van artikel 12, derde lid, plaats met een arbeidstijd van gemiddeld 40 uur per week.
4.
De aanstelling van de aspirant, bedoeld in artikel 3, vindt in afwijking van het derde lid plaats met een arbeidstijd van gemiddeld 38 uur per week.
5.
De aanstelling van de ambtenaar in opleiding, bedoeld in artikel 3a, eerste lid, vindt in afwijking van het derde lid plaats met een arbeidstijd van gemiddeld 36 uur per week.
6.
Tenzij het bevoegd gezag om reden van dienstbelang anders beslist, vindt de aanstelling van de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, onderdeel f, en 4a, eerste lid, onderdeel c, plaats voor ten hoogste het aantal uren dat hij in het jaar voorafgaand aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd gemiddeld per week was aangesteld, waarbij de uren waarmee de arbeidstijd per week was verminderd op grond van artikel 13a, eerste lid, bij de berekening van dat gemiddelde buiten beschouwing blijven. De ambtenaar kan verzoeken om vermindering van de arbeidsduur als bedoeld in artikel 2 van de Wet flexibel werken.