Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.17.7 Rangschikkingscriteria
Geldend
Geldend van 02-11-2021 tot 01-09-2025
- Bronpublicatie:
28-10-2021, Stcrt. 2021, 44863 (uitgifte: 29-10-2021, regelingnummer: WJZ/ 21224238)
- Inwerkingtreding
02-11-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2021, Stcrt. 2021, 44863 (uitgifte: 29-10-2021, regelingnummer: WJZ/ 21224238)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister kent aan een opschalingsproject een hoger aantal punten toe naarmate:
- a.
het opschalingsproject meer bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstelling van de subsidie, bedoeld in artikel 3.17.2, eerste lid;
- b.
de kwaliteit van het projectplan beter is, blijkend uit de uitwerking van aanpak en methodiek, de omgang met risico’s, de uitvoerbaarheid, de mate waarin de beschikbare middelen efficiënt worden ingezet en de mate waarin de opschaling van een supportprogramma na afronding van het opschalingsproject naar verwachting in stand gehouden of uitgebreid wordt met behulp van private vervolgfinanciering;
- c.
het samenwerkingsverband dat het project uitvoert meer geschikt is om een opschalingsproject uit te voeren, blijkend uit:
- 1°
de mate waarin de daarvoor benodigde competenties daarvoor aanwezig zijn in het samenwerkingsverband;
- 2°
de intrinsieke motivatie die de deelnemers aan het samenwerkingsverband hebben voor het project;
- 3°
de mate waarin er extern draagvlak bestaat voor het desbetreffende opschalingsproject;
- 4°
de mate waarin de deelnemers aan het samenwerkingsverband succesvolle ervaring hebben met de uitvoering van supportprogramma’s; en
- 5°
de kwaliteit van de projectorganisatie binnen het samenwerkingsverband.
2.
De minister kent per onderdeel van het eerste lid ten minste één en ten hoogste tien punten toe.
3.
Voor de rangschikking wordt het aantal punten gegeven voor het eerste lid, onderdeel a, vermenigvuldigd met 4, het eerste lid, onderdeel b, vermenigvuldigd met 3, het eerste lid, onderdeel c, vermenigvuldigd met 3, en vervolgens opgeteld.
4.
De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.