Einde inhoudsopgave
Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid bij het Verdrag inzake biologische diversiteit
Artikel 28 Financiële mechanismen en middelen
Geldend
Geldend vanaf 11-09-2003
- Bronpublicatie:
29-01-2000, Trb. 2001, 170 (uitgifte: 10-10-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-09-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-09-2003, Trb. 2003, 137 (uitgifte: 05-09-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - branchespecifiek
1.
Bij de bestudering van financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van dit Protocol houden de Partijen rekening met de bepalingen van artikel 20 van het Verdrag.
2.
Het bij artikel 21 van het Verdrag vastgestelde financiële mechanisme is via de institutionele structuur die met het functioneren daarvan belast is, het financiële mechanisme voor dit Protocol.
3.
Ten aanzien van de in artikel 22 van dit Protocol bedoelde capaciteitsvorming houdt de Conferentie van de Partijen die als Vergadering van de Partijen bij dit Protocol fungeert, bij het geven van richtsnoeren voor het in het tweede lid bedoelde financiële mechanisme, ter overweging door de Conferentie van de Partijen, rekening met de behoefte aan financiële middelen van Partijen die ontwikkelingslanden zijn, met name de minstontwikkelde landen en de kleine eilandstaten in ontwikkeling.
4.
In het kader van het eerste lid houden de Partijen eveneens rekening met de behoeften van de Partijen die ontwikkelingslanden zijn, met name de minstontwikkelde landen en de kleine eilandstaten in ontwikkeling, en van de Partijen met een economie in overgang wanneer zij trachten hun behoeften aan capaciteitsvorming met het oog op de tenuitvoerlegging van dit Protocol te bepalen en daaraan te voldoen.
5.
De richtsnoeren voor het financiële mechanisme van het Verdrag in relevante besluiten van de Conferentie van de Partijen, met inbegrip van degene die vóór de vaststelling van dit Protocol zijn goedgekeurd, zijn van overeenkomstige toepassing op de bepalingen van dit artikel.
6.
Door de Partijen die ontwikkelde landen zijn en aan de Partijen die ontwikkelingslanden zijn en de Partijen met een economie in overgang kunnen ook langs bilaterale, regionale en multilaterale kanalen financiële en technologische middelen voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van dit Protocol ter beschikking worden gesteld.