Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2022
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast voor belastingjaren en -tijdvakken en belastbare gebeurtenissen die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op dat waarin de wijziging in werking treedt.
- Bronpublicatie:
29-10-2020, Trb. 2020, 119 (uitgifte: 16-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-03-2022, Trb. 2022, 23 (uitgifte: 03-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekent de uitdrukking ‘een Verdragsluitende Staat’ het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) of de Republiek Polen (Polen), al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ‘Verdragsluitende Staten’ het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) en de Republiek Polen (Polen);
- b.
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent met betrekking tot de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
- c.
betekent de uitdrukking ‘Polen’, wanneer zij in aardrijkskundige zin wordt gebezigd, het grondgebied van de Republiek Polen, met inbegrip van elk gebied buiten haar territoriale wateren, waarbinnen de Republiek Polen, op grond van het recht van de Republiek Polen en in overeenstemming met het internationale recht, haar soevereine rechten uitoefent op de zeebodem, de ondergrond daarvan en de daarboven gelegen wateren, en hun natuurlijke rijkdommen;
- d.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een Verdragsluitende Staat’ en ‘onderneming van de andere Verdragsluitende Staat’ onderscheidenlijk een onderneming uitgeoefend door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming uitgeoefend door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
- g.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of een luchtvaartuig of een boot die dient voor het vervoer op de binnenwateren, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een Verdragsluitende Staat is gelegen, behalve wanneer het schip, het luchtvaartuig of de boot uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
- h.
betekent de uitdrukking ‘onderdaan’:
- i.
iedere natuurlijke persoon die de nationaliteit van een Verdragsluitende Staat bezit;
- ii.
iedere rechtspersoon, vennootschap of vereniging die zijn/haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in een Verdragsluitende Staat van kracht is;
- i.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- i.
in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- ii.
in Polen de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- j.
betekent de uitdrukking ‘erkend pensioenfonds’ van een Staat een in die Staat opgerichte entiteit of constructie die op grond van de belastingwetgeving van die Staat als een afzonderlijke persoon behandeld wordt en:
- i.
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend opgericht en werkzaam is voor het beheren of het verzorgen van oudedagsvoorzieningen en ondergeschikte of bijkomstige uitkeringen aan natuurlijke personen en als dusdanig gereguleerd wordt door die Staat of door een staatkundig onderdeel of plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan; of
- ii.
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend opgericht en werkzaam is om gelden te beleggen ten voordele van entiteiten of constructies zoals bedoeld in onderdeel i.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag op enig moment door een Verdragsluitende Staat heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat moment heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Staat aan die uitdrukking wordt gegeven.