Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2022
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast voor belastingjaren en -tijdvakken en belastbare gebeurtenissen die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op dat waarin de wijziging in werking treedt.
- Bronpublicatie:
29-10-2020, Trb. 2020, 119 (uitgifte: 16-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-03-2022, Trb. 2022, 23 (uitgifte: 03-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Ter zake van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, gesloten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Verdrag vormen.
I. Ad Artikel 3, tweede lid en Artikel 26
Het is wel te verstaan dat indien de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten in onderlinge overeenstemming een oplossing binnen de context van het Verdrag hebben bereikt voor gevallen waarin dubbele belasting of dubbele vrijstelling zou optreden:
- a.
als gevolg van de toepassing van artikel 3, tweede lid, met betrekking tot de uitleg van een in het Verdrag niet omschreven uitdrukking; dan wel
- b.
als gevolg van kwalificatieverschillen (bijvoorbeeld van een inkomensbestanddeel of van een persoon),
deze oplossing — na bekendmaking daarvan door beide bevoegde autoriteiten — voor de toepassing van het Verdrag ook in andere, gelijksoortige gevallen bindend zal zijn.
II. Ad Artikel 4
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een van de Verdragsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Verdragsluitende Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft.
III. Ad Artikelen 5, 6, 7, 13 en 24
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen worden beschouwd als onroerende zaken die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat. Voorts is het wel te verstaan dat de hiervoor genoemde rechten ook omvatten rechten op belangen bij, of voordelen uit vermogensbestanddelen die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie.
IV. Ad Artikelen 7 en 14
Vergoedingen voor technische diensten, waaronder begrepen studies of onderzoeken van wetenschappelijke, geologische of technische aard, of voor diensten van raadgevende of toezichthoudende aard, worden aangemerkt als vergoedingen waarop de bepalingen van artikel 7 of artikel 14 van het Verdrag van toepassing zijn.
V. Ad artikel 10
- 1.
De bepalingen van artikel 10, tweede lid, onderdeel b, zijn niet van toepassing op dividenden betaald door of aan een persoon die voor de toepassing van de Nederlandse vennootschapsbelasting een fiscale beleggingsinstelling is of door of aan een persoon die een open-end beleggingsfonds is, respectievelijk vrijgesteld is ten behoeve van de vennootschapsbelasting in Polen.
- 2.
Het is wel te verstaan dat inkomsten ontvangen in verband met de (gedeeltelijke) liquidatie van een lichaam of de inkoop van eigen aandelen door een lichaam worden behandeld als inkomsten uit aandelen.
- 3.
Het is wel te verstaan dat inkomsten verkregen in verband met uitdelingen op grond van certificaten van of deelnemingen in een investeringsfonds worden behandeld als inkomsten uit aandelen.
VI. Ad artikel 11
- 1.
Het is wel te verstaan dat onder de uitdrukking ‘een lening, ongeacht van welke aard’ zoals gebezigd in artikel 11, derde lid, onderdeel c, mede omvat converteerbare obligaties en bijgevolg dat de uitdrukking ‘interest’ zoals gebezigd in artikel 11, vijfde lid, mede omvat inkomsten uit niet-converteerbare obligaties en inkomsten uit converteerbare obligaties tot het tijdstip waarop de laatstgenoemde obligaties daadwerkelijk worden geconverteerd in aandelen. Het is voorts wel te verstaan dat de uitdrukking ‘interest’ geen inkomensbestanddelen omvat die worden behandeld overeenkomstig artikel 10.
- 2.
Artikel 11, derde lid, is ook van toepassing op interest betaald aan:
- a.
de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. of haar rechtsopvolger,
- b.
Atradius State Business NV ter zake van leningen verstrekt, goedgekeurd, gewaarborgd of verzekerd door de regering van Nederland,
- c.
de Korporacja Ubezpieczeń Kredytów Eksportowych S.A. (KUKE S.A.), Bank Gospodarstwa Krajowego S.A.,
als die uiteindelijk gerechtigden zijn.
VII. Ad Artikel 11
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 11, tweede lid, is interest genoten door een inwoner van een Verdragsluitende Staat met betrekking tot een contract afgesloten voor de datum van ondertekening van dit Verdrag, slechts belastbaar in die Staat gedurende de eerste 12 maanden nadat de bepalingen van dit Verdrag van toepassing zijn geworden.
VIII. Ad Artikel 16
1
Het is wel te verstaan dat de uitdrukking ‘lid van de raad van beheer’ betekent:
- a.
in de situatie van Nederland, een ‘bestuurder’ of ‘commissaris’;
- b.
in de situatie van Polen, een lid van een directie (‘zarzad’), van een raad van commissarissen (‘rada nadzorca’) en van een inspectiecommissie (‘komisja rewizyjna’).
2
Verder is het wel te verstaan dat ‘bestuurder’ of ‘commissaris’ van een Nederlands lichaam betrekking heeft op personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of door enig ander bevoegd orgaan van dat lichaam, en die zijn belast met de algemene leiding van het lichaam, onderscheidenlijk met het toezicht daarop.
IX. Ad Artikel 26
De bevoegde autoriteiten van de Staten kunnen, zonodig in strijd met hun respectieve nationale wetgeving, ter zake van een overeengekomen regeling in het kader van een onderling overleg op basis van het bepaalde in artikel 26, tevens overeenkomen dat de Staat waarin ingevolge eerdergenoemde regeling sprake is van een additionele belastingheffing, met betrekking tot deze additionele belastingheffing afziet van belastingverhogingen, boetes, interest en kosten, indien de andere Verdragsluitende Staat, waarin ingevolge de regeling sprake is van een corresponderende vermindering van belasting, afziet van de betaling van interest verschuldigd met betrekking tot een dergelijke vermindering van belasting.
X. Ad artikel 27
Het is wel te verstaan dat artikel 27, tweede lid, tevens van toepassing is op personen of autoriteiten die betrokken zijn bij het vaststellen van zaken die voor arbitrage worden voorgelegd ingevolge artikel 26, vijfde lid.
XI. Ad artikelen 27 en 28
- 1.
De bepalingen van artikel 27 zijn dienovereenkomstig van toepassing op informatie die relevant is voor de tenuitvoerlegging van inkomensgerelateerde voorschriften krachtens de wetgeving van de Verdragsluitende Staten door de belastingautoriteiten van de desbetreffende Verdragsluitende Staten die belast zijn met de implementatie, toepassing of handhaving van deze inkomensgerelateerde voorschriften. De bepalingen van artikel 28 zijn van overeenkomstige toepassing op bijstand bij de invordering van bedragen betaald uit hoofde van inkomensgerelateerde voorschriften, voor zover deze bedragen worden behandeld als belastingvorderingen in verband met belastingen door de Verdragsluitende Staat waaruit deze bedragen afkomstig zijn.
- 2.
Alle informatie die uit hoofde van het eerste lid van dit artikel juncto artikel 27 wordt ontvangen, wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van de vaststelling en heffing van de bijdragen en de vaststelling en toewijzing van de voordelen uit hoofde van de inkomensgerelateerde voorschriften bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
- 3.
Het is wel te verstaan dat de inkomensgerelateerde voorschriften bedoeld in het eerste lid voorschriften omvatten voor toekenning van financiële ondersteuning door een Verdragsluitende Staat aan natuurlijke personen ter zake van bijvoorbeeld huurkosten, kosten van kinderopvang en zorgkosten op basis van de financiële situatie van deze natuurlijke personen.
TEN BLIJKE waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te Warschau, de 13e februari 2002, in tweevoud, in de Nederlandse, de Poolse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. Ingeval de Nederlandse en de Poolse tekst verschillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst beslissend.