Einde inhoudsopgave
Algemene douanewet
Artikel 9:1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stcrt. 2010, 66970 (uitgifte: 30-12-2010, regelingnummer: 2019-0000202068)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stcrt. 2010, 66970 (uitgifte: 30-12-2010, regelingnummer: 2019-0000202068)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Douane (V)
1.
Indien voor goederen in tijdelijke opslag waarvoor een aangifte tot tijdelijke opslag is gedaan de formaliteiten welke nodig zijn om deze goederen onder een douaneregeling te plaatsen of weder uit te voeren niet worden vervuld binnen de ingevolge artikel 149 van het Douanewetboek van de Unie geldende termijn, vormt dit een verzuim ter zake waarvan de inspecteur degene die de formaliteiten binnen deze termijn dient te vervullen en degene door wiens toedoen de formaliteiten niet binnen deze termijn worden vervuld ieder een bestuurlijke boete van ten hoogste € 335 kan opleggen.
2.
Indien het niet vervullen van de in het eerste lid bedoelde formaliteiten binnen de ingevolge artikel 149 van het Douanewetboek van de Unie geldende termijn, een douaneschuld doet ontstaan en het daaruit voortvloeiende bedrag aan rechten bij invoer hoger is dan € 335, terwijl het niet vervullen van die formaliteiten binnen die termijn is te wijten aan opzet of grove schuld van één of meer van degenen, bedoeld in het eerste lid, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem, onderscheidenlijk ieder van hen, een bestuurlijke boete van ten hoogste 100 percent van het bedrag aan rechten kan opleggen.