Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies
Artikel 1.3 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 02-08-2018
- Bronpublicatie:
28-11-2018, Stcrt. 2018, 67625 (uitgifte: 29-11-2018, regelingnummer: WJZ/18241341)
- Inwerkingtreding
30-11-2018, terugwerkend tot: 02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-11-2018, Stcrt. 2018, 67625 (uitgifte: 29-11-2018, regelingnummer: WJZ/18241341)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor zover zij direct verbonden zijn met de uitvoering van de desbetreffende subsidiabele activiteit, komen als subsidiabele kosten in aanmerking:
- a.
loonkosten, al dan niet in combinatie met overheadkosten, voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.4, eerste lid, tot ten hoogste het aantal uren dat voor berekening van het uurtarief, bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, 2° en 5°, is gebruikt;
- b.
bijdragen in natura als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van verordening 1303/2013;
- c.
afschrijvingskosten als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van verordening 1303/2013;
- d.
andere kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd of voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.4a.
2.
De kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, kunnen worden berekend overeenkomstig artikel 1.4a.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op het verstrekken van subsidie in het kader van Europese territoriale samenwerking als bedoeld in paragraaf 5.4.