Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 75 Tijdelijke afwijking
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2021, 171 jo Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
25-02-2021, Stb. 2021, 171 jo Stb. 2022, 116 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De artikelen 77 tot en met 88 zijn tot een bij de wet te bepalen datum niet van toepassing.
2.
Tot een bij de wet te bepalen datum kan Onze Minister op aanvraag van het bevoegd gezag, onder door hem te stellen voorwaarden, een school voor bekostiging in aanmerking brengen indien:
- a.
de school is gelegen in een gebied waarin sprake is van een uitzonderlijke bevolkingstoename,
- b.
sprake is van een verandering van de plaats van vestiging van een reeds bekostigde school,
- c.
sprake is van omzetting van een bekostigde bijzondere school in een gelijksoortige openbare school of omgekeerd,
- d.
sprake is van omzetting van een bekostigde bijzondere school in een gelijksoortige bijzondere school van een andere richting,
- e.
sprake is van uitbreiding van het onderwijs aan een school met onderwijs van een of meer andere richtingen,
- f.
sprake is van voor bekostiging in aanmerking brengen van een samenwerkingsschool met inachtneming van artikel 28j,
- g.
sprake is van stichting van scholen die overeenkomen met de scholen waaruit een opgeheven samenwerkingsschool is ontstaan, of
- h.
sprake is van uitbreiding van het onderwijs aan een school voor speciaal onderwijs met onderwijs voor voortgezet speciaal onderwijs.
3.
De aanvraag, is met redenen omkleed en gaat vergezeld van de gegevens, genoemd in artikel 81, tweede lid. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder a tot en met e, willigt Onze Minister de aanvraag slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste en derde lid, op grond van het eerste lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze Minister vast te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen. Indien sprake is van uitbreiding als bedoeld in het tweede lid, onder h, willigt Onze Minister de aanvraag slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste, tweede en derde lid, op grond van het eerste lid dan wel het tweede lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze Minister vast te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder f, willigt Onze Minister de aanvraag slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste en derde lid, op grond van het eerste lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze Minister vast te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen, met dien verstande dat daarbij de leerlingaantallen als bedoeld in artikel 137 en artikel 138 worden toegepast. Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder g, willigt Onze Minister de aanvraag slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste, tweede en derde lid, op grond van het eerste dan wel het tweede lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze Minister vast te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen.
4.
Een school die is opgenomen in een door Onze Minister goedgekeurd of vastgesteld plan van nieuwe scholen voor de jaren 1991, 1992, 1993 en 1994 komt voor bekostiging in aanmerking indien de school in dat plan is opgenomen met als jaar van aanvang van de bekostiging 1991 en het onderwijs voor 1 januari 1992 een aanvang heeft genomen.