Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 83 Opneming school in plan
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In het plan worden in elk geval opgenomen de scholen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij, gelet op de belangstelling voor de desbetreffende schoolsoort en op het leerlingenverloop, blijkens statistische gegevens zullen worden bezocht door ten minste het volgende aantal leerlingen:
- a.
de school voor speciaal onderwijs: 60 leerlingen;
- b.
de school voor voortgezet speciaal onderwijs: 42 leerlingen;
- c.
de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs: 81 leerlingen;
- d.
de afdeling: 15 leerlingen.
Tot het totaal aantal leerlingen bedoeld onder c, behoren ten minste 21 leerlingen die in aanmerking komen voor het volgen van voortgezet speciaal onderwijs.
2.
In het plan kunnen scholen worden opgenomen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij, gelet op de belangstelling voor de desbetreffende schoolsoort en op het leerlingenverloop, blijkens statistische gegevens zullen worden bezocht door ten minste het volgende aantal leerlingen:
- a.
de school voor speciaal onderwijs: 40 leerlingen;
- b.
de school voor voortgezet speciaal onderwijs: 32 leerlingen;
- c.
de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs: 55 leerlingen;
- d.
de afdeling: 10 leerlingen.
Tot het aantal leerlingen bedoeld onder c behoren ten minste 14 leerlingen die in aanmerking komen voor het volgen van voortgezet speciaal onderwijs.
3.
Bij de toepassing van het eerste en het tweede lid worden niet in aanmerking genomen:
- a.
de leerlingen voor wie binnen redelijke afstand plaatsruimte beschikbaar zal zijn op een gelijksoortige school waar het verlangde onderwijs wordt gegeven, tenzij deze school uitsluitend voor interne leerlingen is bestemd;
- b.
leerlingen die in een andere provincie woonachtig zijn en bij de vaststelling van een plan in die provincie in aanmerking worden genomen.
4.
Tegen een besluit van provinciale staten om een aanvraag tot opneming in het plan van een bijzondere of een openbare school niet in te willigen, kan iedere belanghebbende administratief beroep instellen bij Onze Minister.
5.
Indien een onherroepelijk geworden beslissing in beroep of een uitspraak naar aanleiding van de beslissing in beroep, dan wel het naar aanleiding daarvan genomen besluit van Onze Minister strekt tot het voor bekostiging in aanmerking brengen van de school, nemen provinciale staten de school op in het na de beslissing in beroep, de uitspraak of het besluit vast te stellen plan.