Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 84 Goedkeuring plan door minister
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Aan het plan wordt toegevoegd een overzicht van de aanvragen die niet zijn ingewilligd en de motivering daarvan. Deze stukken worden door gedeputeerde staten binnen 2 weken na de vaststelling van het plan aan alle aanvragers gezonden met vermelding van de datum waarop het plan ter goedkeuring aan Onze Minister is gezonden. Het plan wordt binnen 2 weken na de vaststelling voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd op de provinciale griffie.
2.
Binnen 2 weken na de vaststelling wordt het plan ter goedkeuring aan Onze Minister gezonden. Het gaat vergezeld van de ingewilligde aanvragen en het overzicht bedoeld in het eerste lid. Artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
3.
Onze Minister besluit met inachtneming van het beroepschrift bedoeld in artikel 83, vierde lid, voor 1 december van het jaar voorafgaande aan de planperiode. Afschrift van het besluit wordt binnen 2 weken aan provinciale staten gezonden. Indien Onze Minister niet voor 1 december heeft besloten, wordt het plan geacht te zijn goedgekeurd.
4.
Onze Minister onthoudt zijn goedkeuring indien en voor zover:
- a.
provinciale staten ten onrechte vermeerdering van het aantal openbare scholen in de planperiode niet noodzakelijk hebben geacht;
- b.
opneming van een school in het plan niet noodzakelijk is omdat de opnamecapaciteit van de bestaande onderwijsvoorzieningen toereikend is dan wel niet in overeenstemming is met het tot stand brengen van een evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de school zal worden bezocht door het in artikel 83, eerste lid, bedoelde aantal leerlingen;
- c.
is uitgegaan van kennelijk ondeugdelijke prognoses;
- d.
ten aanzien van een op het plan geplaatste school ten onrechte niet is bepaald dat zij voor bekostiging in aanmerking komt in het eerste jaar van de planperiode.
5.
Bij onthouding van de goedkeuring op grond van het vierde lid onder a draagt Onze Minister provinciale staten op alsnog een openbare school in het plan op te nemen.
6.
Bij onthouding van goedkeuring op grond van het vierde lid onder d draagt Onze Minister provinciale staten op de bekostiging van de school in het eerste jaar van de planperiode in het plan op te nemen.
7.
Indien ten gevolge van een besluit op grond van het vierde lid een school uit het plan moet vervallen, deelt Onze Minister dit besluit binnen 2 weken mee aan de indiener van de aanvraag tot opneming van de betrokken school in het plan.
8.
Indien in beroep tegen het besluit van Onze Minister, bedoeld in het zevende lid, is bepaald dat de uitspraak van de rechter, dan wel het besluit naar aanleiding van die uitspraak, strekt tot opneming van een school in het plan, nemen provinciale staten de school op in het eerste na de uitspraak vast te stellen plan.
9.
Zodra het plan onherroepelijk is vastgesteld, dragen gedeputeerde staten zorg voor bekendmaking ervan in het provinciaal blad.
10.
Zodra de bekostiging van een in het plan opgenomen school een aanvang kan nemen, besluit Onze Minister bij beschikking, met ingang van welk tijdstip dit kan geschieden.