Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 12.12 (sanering geluid infrastructuur gemeente)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
26-04-2022, Stb. 2022, 172 (uitgifte: 05-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een programma als bedoeld in artikel 22.18, eerste lid, van de wet bevat geluidbeperkende maatregelen die worden getroffen om het geluid op de onderstaande gebouwen, voor zover die liggen in het geluidaandachtsgebied van een gemeenteweg of een lokale spoorweg die niet bij omgevingsverordening is aangewezen, te beperken tot ten hoogste:
- a.
70 Lden voor de gebouwen, bedoeld in artikel 15.2, tweede lid, onder d, van het Omgevingsbesluit; en
- b.
65 Lden voor de gebouwen, bedoeld in artikel 12.11, tweede lid.
2.
Als onvoldoende geluidbeperkende maatregelen kunnen worden getroffen om te voldoen aan het eerste lid, neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit als bedoeld in artikel 2.43 van de wet. De artikelen 3.53 en 3.54 zijn van overeenkomstige toepassing, waarbij bij het bepalen van het gezamenlijke geluid het geluid door de gemeenteweg of lokale spoorweg wordt verhoogd met 1,5 dB.
3.
In afwijking van het tweede lid wordt het besluit over een gebouw dat is gelegen op het grondgebied van een andere gemeente genomen door het college van burgemeester en wethouders van die gemeente.