Verdrag ter vaststelling van enige eenvormige regelen betreffende het cognossement
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 14-02-1984
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 21-12-1979, Trb. 1985, 122.
- Bronpublicatie:
21-12-1979, Trb. 1985, 122 (uitgifte: 22-08-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-02-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-1985, Trb. 1985, 122 (uitgifte: 22-08-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Noch de vervoerder noch het schip is aansprakelijk wegens verlies of schade, ontstaan ten gevolge van of voortvloeiend uit onzeewaardigheid, tenzij deze te wijten is aan gebrek aan redelijke zorg aan de zijde van de vervoerder om het schip zeewaardig te maken of om het behoorlijk uit te rusten, te bemannen of te bevoorraden, of om de ruimen, koel- en vrieskamers en alle andere delen van het schip, waarin goederen vervoerd worden, geschikt te maken en in goede staat te brengen, opdat zij kunnen dienen tot het ontvangen, het vervoeren en het bewaren van de goederen, alles overeenkomstig het bepaalde bij artikel 3, § 1. Telkens als verlies of schade het gevolg is van onzeewaardigheid, rust de bewijslast ten aanzien van de uitoefening van de redelijke zorg op de vervoerder of op elke andere persoon, die mocht beweren krachtens dit artikel van aansprakelijkheid te zijn ontheven.
2.
Noch de vervoerder noch het schip is aansprakelijk wegens verlies of schade, voortvloeiend uit of ontstaan ten gevolge van:
- a.
een handeling, onachtzaamheid of nalatigheid van de kapitein, een lid van de bemanning, de loods of een ondergeschikte van de vervoerder, gepleegd bij de navigatie of de behandeling van het schip;
- b.
brand, tenzij veroorzaakt door opzet of schuld van de vervoerder;
- c.
gevaren en onheilen van de zee of van andere bevaarbare wateren;
- d.
onvermijdelijke natuurlijke toevallen;
- e.
oorlogshandelingen;
- f.
daden van publieke vijanden;
- g.
aanhouding of maatregelen van hogerhand of gerechtelijk beslag;
- h.
quarantainemaatregelen;
- i.
een handeling of een nalatigheid van de afzender of eigenaar der goederen, van zijn vertegenwoordiger of lasthebber;
- j.
werkstakingen of uitsluitingen of stilstand of belemmering van de arbeid, ten gevolge van welke oorzaak ook, hetzij gedeeltelijk, hetzij geheel;
- k.
oproer of ongeregeldheden;
- l.
redding of poging tot redding van mensenlevens of goederen op zee;
- m.
verlies aan volumen of gewicht of elk ander verlies, of elke andere beschadiging, veroorzaakt door een verborgen gebrek, de bijzondere aard of een eigen gebrek van het goed;
- n.
onvoldoende verpakking;
- o.
onvoldoende of verkeerde merken;
- p.
verborgen gebreken, indien zij ondanks behoorlijke zorg niet te ontdekken waren;
- q.
een andere oorzaak, niet bestaand uit opzet of schuld van de vervoerder, noch uit opzet of schuld van de vertegenwoordigers of ondergeschikten van de vervoerder; doch de bewijslast rust op degene, die zich op deze ontheffing beroept, en het staat aan hem aan te tonen, dat noch de schuld van de vervoerder zelf, noch zijn opzet, noch de schuld of het opzet van de vertegenwoordigers of de ondergeschikten van de vervoerder heeft bijgedragen tot het verlies of de schade.
3.
De afzender is niet aansprakelijk voor door de vervoerder of het schip geleden verliezen of schaden, ontstaan door of voortvloeiend uit enigerlei oorzaak zonder dat er sprake is van handeling, schuld of nalatigheid van de afzender, zijn vertegenwoordigers of zijn ondergeschikten.
4.
Generlei afwijking van de koers tot redding of poging tot redding van mensenlevens of goederen op zee en generlei redelijke afwijking van de koers wordt als een inbreuk op dit verdrag of op de vervoerovereenkomst beschouwd en de vervoerder is niet aansprakelijk voor enig verlies of enige beschadiging, daardoor ontstaan.
5
a.
Tenzij de aard en de waarde van de goederen zijn opgegeven door de afzender vóór hun inlading en deze opgave in het cognossement is opgenomen, is noch de vervoerder noch het schip in enig geval aansprakelijk voor enig verlies van of enige schade aan de goederen of met betrekking tot deze voor een bedrag hoger dan 666.67 rekeneenheden per collo of eenheid, dan wel 2 rekeneenheden per kilogram brutogewicht der verloren gegane of beschadigde goederen, waarbij het hoogste dezer bedragen in aanmerking moet worden genomen.
b)
Het totale verschuldigde bedrag wordt berekend met inachtneming van de waarde van zodanige goederen ter plaatse en ten dage waarop de goederen volgens de overeenkomst zijn gelost of zouden moeten zijn gelost.
De waarde van de goederen wordt berekend naar de koers op de goederenbeurs of, wanneer er geen dergelijke koers is, naar de gangbare marktwaarde of, wanneer ook deze ontbreekt, naar de normale waarde van goederen van dezelfde aard en hoedanigheid.
c)
Wanneer een laadkist, een laadbord of dergelijk vervoergerei is gebezigd om goederen bijeen te brengen, wordt iedere collo of eenheid die volgens vermelding in het cognossement in dat vervoergerei is verpakt, beschouwd als een collo of eenheid als bedoeld in dit lid. Behalve in het geval hiervoor omschreven, wordt dit vervoergerei als collo of eenheid beschouwd.
d.
De in dit artikel genoemde rekeneenheid is het bijzondere trekkingsrecht, zoals dit is omschreven door het Internationale Monetaire Fonds. De onder letter a van dit lid genoemde bedragen worden omgerekend in de nationale munteenheid volgens de waarde van die munteenheid op een door de wet van het gerecht, waarvoor de vordering aanhangig is, vast te stellen datum. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, van een Staat die lid is van het Internationale Monetaire Fonds wordt berekend overeenkomstig de waarderingsmethode die door het Internationale Monetaire Fonds op de desbetreffende datum wordt toegepast voor zijn eigen verrichtingen en transacties. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, van een Staat die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds, wordt berekend op een door die Staat vastgestelde wijze.
Niettemin kan een Staat, die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds en waarvan de wet de toepassing van de bepalingen van de voorgaande zinnen niet toelaat, op het tijdstip van bekrachtiging van het Protocol van 1979 of toetreding ertoe, of op enig tijdstip nadien, verklaren dat de in dit Verdrag bedoelde aansprakelijkheidsgrenzen die op zijn grondgebied van toepassing zijn, als volgt worden vastgesteld:
- i.
met betrekking tot het bedrag van 666.67 rekeneenheden, genoemd onder letter a van het vijfde lid van dit artikel, 10.000 monetaire eenheden.
- ii.
met betrekking tot het bedrag van 2 rekeneenheden, genoemd onder letter a van het vijfde lid van dit artikel, 30 monetaire eenheden.
De in de voorgaande zin bedoelde monetaire eenheid komt overeen met 65,5 milligram goud van een gehalte van 900.000ste fijn. De omrekening van de in die zin genoemde bedragen in de nationale munteenheid geschiedt volgens de wet van de betrokken Staat.
De berekening en de omrekening genoemd in de voorgaande zinnen geschieden op zodanige wijze, dat in de nationale munteenheid van de Staat zo veel mogelijk dezelfde werkelijke waarde tot uitdrukking komt voor de onder letter a van het vijfde lid van dit artikel genoemde bedragen, als daarin uitgedrukt in rekeneenheden.
De Staten stellen de depositaris in kennis van hun wijze van berekening of van het resultaat van de omrekening, al naar gelang het geval, op het tijdstip van nederlegging van de akte van bekrachtiging van het Protocol van 1979 of van toetreding daartoe en telkens wanneer een verandering optreedt in hun wijze van berekening of in de waarde van hun nationale munteenheid met betrekking tot de rekeneenheid of de monetaire eenheid.
e)
Noch de vervoerder, noch het schip kan de in dit lid bepaalde aansprakelijkheidsbeperking inroepen, wanneer bewezen is dat de schade is ontstaan uit een handeling of nalaten van de vervoerder, geschied hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met het bewustzijn dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien.
f)
De opgave, bedoeld onder a) van dit lid schept, indien zij is opgenomen in het cognossement, behoudens tegenbewijs, een vermoeden, maar bindt niet de vervoerder, die haar kan betwisten.
g)
Bij overeenkomst tussen de vervoerder, de kapitein of de vertegenwoordiger van de vervoerder enerzijds en de afzender anderzijds, mogen andere maximumbedragen dan die, genoemd onder a) van dit lid worden bepaald, mits dit overeengekomen maximumbedrag niet lager zij dan het daar genoemde overeenkomstige maximumbedrag.
h)
Noch de vervoerder noch het schip is in enig geval aansprakelijk voor verlies van of schade aan goederen of met betrekking tot deze, indien aard of waarde daarvan door de afzender opzettelijk verkeerdelijk in het cognossement is opgegeven.
6.
Goederen van ontvlambare, ontplofbare of gevaarlijke aard, tot welker lading de vervoerder, de kapitein of de vertegenwoordiger van de vervoerder geen toestemming zou hebben gegeven, wanneer hij de aard of de gesteldheid daarvan gekend had, mogen te allen tijde voor de lossing op iedere plaats door de vervoerder worden gelost of vernietigd of onschadelijk gemaakt zonder schadevergoeding, en de afzender van deze goederen is aansprakelijk voor alle schaden en onkosten, middellijk of onmiddellijk ontstaan ten gevolge van de inlading ervan. Indien een van deze goederen, ingeladen met voorkennis en toestemming van de vervoerder, een gevaar wordt voor het schip of de lading, mag het eveneens door de vervoerder worden gelost of vernietigd of onschadelijk gemaakt zonder enige aansprakelijkheid van de vervoerder, tenzij voor averij-grosse, indien daartoe gronden bestaan.