Verdrag ter vaststelling van enige eenvormige regelen betreffende het cognossement
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 02-06-1931
- Bronpublicatie:
25-08-1924, Trb. 1957, 24 (uitgifte: 14-02-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-06-1931
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-1953, Trb. 1953, 109 (uitgifte: 13-11-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
In dit verdrag worden de navolgende woorden gebruikt in de hieronder aangegeven zin:
- a.
‘Vervoerder’ omvat de eigenaar van het schip of de bevrachter, die partij is bij een vervoerovereenkomst met een afzender;
- b.
‘Vervoerovereenkomst’ slaat slechts op een vervoerovereenkomst, waarvan blijkt uit een cognossement of enig dergelijk stuk recht gevend op het vervoer van goederen over zee; het slaat ook op het cognossement of dergelijk stuk uitgegeven krachtens een charterpartij van het ogenblik af dat dit de betrekkingen regelt van de vervoerder en de cognossementhouder;
- c.
‘Goederen’ omvat zaken, voorwerpen, koopmanschappen en waren van welke aard ook, met uitzondering van levende dieren en van lading, die, bij de vervoerovereenkomst, opgegeven is als geplaatst op het dek en feitelijk aldus wordt vervoerd;
- d.
‘Schip’ betekent elk vaartuig gebruikt voor het vervoer van de goederen over zee;
- e.
‘Vervoer van goederen’ dekt de tijd verlopen van de inlading der goederen aan boord van het schip tot de lossing ervan uit het schip.