Einde inhoudsopgave
Gedragscode internationale student hoger onderwijs
5 Aanbod voor en begeleiding van internationale studenten
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
01-08-2014, Internet 2014, www.internationalstudy.nl (uitgifte: 01-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-08-2014, Internet 2014, www.internationalstudy.nl (uitgifte: 01-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
5.1
De onderwijsinstelling voldoet aan de voor de instelling geldende nationale wettelijke eisen.
5.2
De instelling biedt internationale studenten alleen daadwerkelijk geaccrediteerd graadverlenend onderwijs aan in de zin van de WHW. Voorts kan onderwijs worden aangeboden dat gebaseerd is op het recht van andere landen, indien het aldaar geaccrediteerd is door een accreditatieorganisatie in de hoger onderwijsruimte en waarvan de besluiten door de betreffende overheid worden erkend.
Korte programma's op het niveau van hoger onderwijs — niet zijnde een voorbereidend jaar — kunnen eveneens aan internationale studenten worden aangeboden, zolang zij herleidbaar zijn tot geaccrediteerde opleidingen welke door dezelfde onderwijsinstelling worden verzorgd.
5.3
De onderwijsinstelling ziet erop toe dat de docenten de taal waarin het onderwijs wordt gegeven voldoende beheersen.
5.4
De onderwijsinstelling maakt duidelijk welke diensten zij biedt aan de internationale student in het kader van het verkrijgen van een visum en een verblijfsvergunning, huisvesting, introductie en begeleiding. In haar voorlichtingsmateriaal conform artikel 2.1 geeft de onderwijsinstelling duidelijk aan welke diensten zij in dit kader aanbiedt en wat de daaraan verbonden kosten zijn.
5.5
De instelling stelt jaarlijks, na afloop van ieder studiejaar, de studievoortgang vast van de internationale student, met uitzondering van de uitwisselingsstudent. Als voldoende studievoortgang wordt aangemerkt: 50% (of meer) van de proportionele nominale studielast voor het (gedeelte van het) studiejaar. In afwijking hiervan geldt dat de internationale student het voorbereidend jaar met goed gevolg dient af te ronden.
Indien geen sprake is van voldoende studievoortgang stelt de instelling de oorzaak hiervan vast, bijvoorbeeld door een studievoortganggesprek met een studieadviseur.
Indien blijkt dat de internationale student niet/onvoldoende studeert of het niveau niet aankan, wordt de verblijfsvergunningplichtige student binnen een maand afgemeld bij de IND. Wanneer blijkt dat er persoonlijke omstandigheden zijn als bedoeld in artikel 7.51 WHW alsmede artikel 2.1 Uitvoeringsbesluit WHW, ten gevolge waarvan er geen sprake is van voldoende studievoortgang, worden er bindende afspraken met de internationale student gemaakt opdat het tijdig afstuderen niet in het geding komt. Er vindt in dat geval voor verblijfsvergunningplichtige studenten geen afmelding plaats bij de IND.
Het is per referentperiode slechts éénmalig mogelijk bij verblijfsvergunningplichtige studenten een melding aan de IND achterwege te laten indien geen sprake is van voldoende studievoortgang betreffende deze student, waarbij sprake is van dezelfde persoonlijke omstandigheden.
De instelling registreert wanneer er geen sprake was van voldoende voortgang en een persoonlijke omstandigheid alsmede, in geval van een verblijfsvergunningplichtige student, het feit dat er geen afmelding bij de IND heeft plaatsgevonden.
5.6
Zodra de instelling constateert dat de inschrijving aan de instelling door een verblijfsvergunningplichtige student is beëindigd, wordt dit gemeld bij de IND.
5.7
De onderwijsinstelling heeft de verplichting het aangeboden onderwijs daadwerkelijk te geven. Indien het onderwijs om gegronde redenen wordt geannuleerd, geschiedt dit niet later dan drie maanden voorafgaand aan de aanvang van het onderwijs, korte cursussen en maatwerk uitgezonderd. Indien de internationale student reeds in Nederland is met het oog op het volgen van dit onderwijs, is de onderwijsinstelling gehouden om in overleg met de internationale student zo mogelijk een passend alternatief te zoeken en de internationale student te informeren over de (daartoe) te volgen procedures.