Einde inhoudsopgave
Provinciewet
Artikel 217 [Controle op financieel beheer en organisatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
28-09-2022, Stb. 2022, 430 (uitgifte: 04-11-2022, kamerstukken: 35298)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2022, Stb. 2022, 482 (uitgifte: 01-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Staatsinrichting
Overheidsfinanciën / Provinciebeleid
1.
Provinciale staten stellen bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.
2.
Provinciale staten wijzen een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 201 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.
3.
De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of:
- a.
de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en de samenstelling van het vermogen;
- b.
de jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 190 en
- c.
het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.
4.
Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over:
- a.
de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en
- b.
de tabel van fouten en onzekerheden voor de specifieke uitkeringen.
5.
De accountant zendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan provinciale staten en een afschrift daarvan aan gedeputeerde staten.
6.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaglegging omtrent de accountantscontrole, bedoeld in het tweede lid.
7.
Accountants als bedoeld in het tweede lid kunnen in provinciale dienst worden genomen. In dat geval besluiten provinciale staten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
8.
Indien provinciale staten op grond van het tweede lid accountants heeft aangewezen die in provinciale dienst zijn genomen, is:
- a.
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, 25a en 27 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op deze accountants;
- b.
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 14, 18, 19, 20 en 21 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de provincie; en
- c.
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 15 en 16 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de personen die de dagelijkse leiding hebben over het onderdeel van de provincie waarbij de in de aanhef bedoelde accountants werkzaam zijn.
9.
Indien een provincie wordt aangewezen als organisatie van openbaar belang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zijn de artikelen 22 tot en met 24 van die wet van overeenkomstige toepassing op deze provincie.