Einde inhoudsopgave
Wet toezicht accountantsorganisaties
Artikel 21 [Integriteit]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2016, Stb. 2016, 398 (uitgifte: 01-11-2016, kamerstukken: 34469)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2016, Stb. 2016, 507 (uitgifte: 16-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Algemeen
1.
Een accountantsorganisatie richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van haar bedrijf waarborgt.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid. Deze regels hebben betrekking op:
- a.
het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico's;
- b.
integriteit, waaronder wordt verstaan:
- 1°
het tegengaan van verstrengeling van tegenstrijdige belangen;
- 2°
het tegengaan van betrokkenheid van de accountantsorganisatie, de externe accountants of andere medewerkers van de accountantsorganisatie bij strafbare feiten en wetsovertredingen die het vertrouwen in de accountantsorganisatie of in de financiële markten kunnen schaden;
- 3°
het tegengaan van relaties met cliënten die het vertrouwen in de accountantsorganisatie of in de financiële markten kunnen schaden;
- c.
het voorkomen dat bij het verrichten van wettelijke controles de onafhankelijkheid in het geding komt van de externe accountants, of andere personen werkzaam onder haar verantwoordelijkheid die in een positie zijn om directe of indirecte invloed uit te oefenen op de uitkomst van de wettelijke controle;
- d.
het voorkomen dat bij het verrichten van wettelijke controles de professioneel-kritische instelling van de externe accountants in het geding komt;
- e.
andere bij algemene maatregel van bestuur te noemen onderwerpen.