Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
Artikel 4 sexies Verwerking van en toegang tot gegevens met betrekking tot de Europese beroepskaart
Geldend
Geldend vanaf 17-01-2014
- Bronpublicatie:
20-11-2013, PbEU 2013, L 354 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/55/EU)
- Inwerkingtreding
17-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2013, PbEU 2013, L 354 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/55/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
1.
Onverminderd het vermoeden van onschuld, werken de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van oorsprong en van de ontvangende lidstaat het overeenkomstige IMI-bestand tijdig bij met informatie over vastgestelde tuchtrechtelijke maatregelen of strafrechtelijke sancties die betrekking hebben op een verbod of restrictie en die van invloed kunnen zijn op de uitoefening van werkzaamheden van de houder van een Europese beroepskaart in het kader van deze richtlijn. Daarbij nemen zij de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (*1) en in Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (*2) in acht. Deze updates dienen het verwijderen van gegevens te omvatten die niet langer nodig zijn. De houder van de Europese beroepskaart en de bevoegde autoriteiten die toegang hebben tot het desbetreffende IMI-bestand worden onmiddellijk in kennis gesteld van eventuele updates. Deze verplichting geldt onverminderd de voor de lidstaten geldende waarschuwingsverplichtingen uit hoofde van artikel 56 bis.
2.
De inhoud van de in lid 1 bedoelde updates beperkt zich tot het volgende:
- a)
de identiteit van de beroepsbeoefenaar;
- b)
het betreffende beroep;
- c)
informatie over de nationale autoriteit of rechtbank die de beperkings- of verbodsbeslissing heeft genomen;
- d)
de reikwijdte van de beperking of het verbod; en
- e)
de periode waarin de beperking of het verbod van kracht is.
3.
De toegang tot de gegevens in het IMI-bestand is beperkt tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van oorsprong en de ontvangende lidstaten, in overeenstemming met Richtlijn 95/46/EG. De bevoegde autoriteiten stellen de houder van de Europese beroepskaart op diens verzoek in kennis van de inhoud van het IMI-bestand.
4.
De gegevens op de Europese beroepskaart beperken zich tot de gegevens die nodig zijn om vast te stellen dat de houder gerechtigd is om het beroep uit te oefenen waarvoor de kaart werd afgegeven, namelijk de houders voornaam, achternaam, datum en plaats van geboorte, beroep, officiële kwalificaties, toepasselijk stelsel, betrokken bevoegde autoriteiten, kaartnummer, beveiligingsfuncties en een verwijzing naar een geldig bewijs van identiteit. Informatie met betrekking tot opgedane beroepservaring of compensatiemaatregelen waaraan door de houder van de Europese beroepskaart is voldaan, wordt opgenomen in het IMI-bestand.
5.
De persoonsgegevens in het IMI-bestand komen voor verwerkingsdoeleinden in aanmerking zolang dat nodig is met het oog op de erkenningsprocedure als zodanig en als bewijs van de erkenning of van de toezending van de krachtens artikel 7 vereiste verklaring. De lidstaten zien erop toe dat de houder van een Europese beroepskaart het recht heeft om op elk moment, en zonder dat daaraan voor hem kosten zijn verbonden, te verzoeken om rechtzetting van onjuiste of onvolledige gegevens, dan wel om schrapping of afscherming van het desbetreffende IMI-bestand. De houder wordt van dit recht in kennis gesteld op het moment dat de Europese beroepskaart wordt afgegeven, en wordt daaraan vervolgens om de twee jaar herinnerd. De herinnering wordt automatisch via IMI verstuurd wanneer de eerste aanvraag voor de Europese beroepskaart online werd ingediend.
In geval van een verzoek tot verwijdering van een IMI-bestand dat is gekoppeld aan een Europese beroepskaart die met het oog op vestiging of de tijdelijke en incidentele verrichting van diensten op grond van artikel 7, lid 4, is afgegeven, verschaffen de bevoegde autoriteiten van de betrokken ontvangende lidstaat de houder van de beroepskwalificaties een attest waaruit blijkt dat zijn beroepskwalificaties worden erkend.
6.
Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens die voorkomen op de Europese beroepskaart en in alle IMI-bestanden worden de ter zake bevoegde autoriteiten van de lidstaten beschouwd als de verantwoordelijken voor de verwerking in de zin van artikel 2, onder d), van Richtlijn 95/46/EG. Met betrekking tot haar verantwoordelijkheden uit hoofde van de leden 1 tot en met 4 van dit artikel en de daarmee verband houdende verwerking van persoonsgegevens geldt de Commissie als verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (*3).
7.
Onverminderd lid 3, bepalen de ontvangende lidstaten dat werkgevers, klanten, patiënten, overheidsinstanties en andere belanghebbende partijen de echtheid en de geldigheid kunnen controleren van een Europese beroepskaart die hun door de kaarthouder wordt voorgelegd.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen regels vast inzake de toegang tot het IMI-bestand, de technische middelen en de procedures voor de in de eerste alinea bedoelde controle. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.