Einde inhoudsopgave
Warmtebesluit
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stb. 2019, 133 (uitgifte: 04-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stb. 2019, 133 (uitgifte: 04-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Voor warmte met een temperatuur categorie als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel a, wordt het gebruiksonafhankelijk deel van de maximumprijs vastgesteld met inachtneming van de formule:
VKw = VKg + ΔGK
en
ΔGK = GKg – GKw
waarbij:
VKw = de vaste kosten in het jaar t;
VKg = de gemiddelde jaarlijkse vaste kosten van het transport, de levering en de aansluiting van gas, bestaande uit:
- a.
het gewogen gemiddelde van de vaste tarieven voor gaslevering van de overeenkomsten tussen leverancier en verbruiker voor het standaardproduct voor een jaar met vaste prijs op basis van het G1 tarief van de tien grootste Nederlandse gasleveranciers, voor het jaar t;
- b.
het gewogen gemiddelde van de transportonafhankelijke verbruikerstarieven voor afnemers met G6 aansluitingen van de netbeheerders van de gastransportnetten niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t;
- c.
het gewogen gemiddelde van de transportafhankelijke verbruikerstarieven voor de G6 aansluitingen van de netbeheerders van gastransportnetten niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t, en
- d.
het gewogen gemiddelde van de periodieke aansluittarieven voor de G6 aansluitingen van de netbeheerders van gastransportnetten, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t;
ΔGK = het verschil in gebruikskosten, bestaande uit het verschil tussen de gebruikskosten bij het gebruik van gas als energiebron en de gebruikskosten bij het gebruik van warmte als energiebron;
GKg = de gebruikskosten bij gas, bestaande uit:
- a.
de gemiddelde jaarlijkse kapitaal- en operationele kosten van een cv-ketel, en
- b.
de meetkosten op basis van het gewogen gemiddelde van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de netbeheerders van de gastransportnetten, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t;
GKw = de gebruikskosten bij warmte, bestaande uit:
- a.
de gemiddelde jaarlijkse kapitaal- en operationele kosten van een afleverset, en
- b.
de meetkosten op basis van het gewogen gemiddelde van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de netbeheerders van de gastransportnetten, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, voor het jaar t;
2.
Voor warmte met een temperatuur categorie als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel b en d, bedraagt het gebruiksonafhankelijk deel maximaal de helft van het gebruiksonafhankelijk deel dat is vastgesteld met behulp van de formule, bedoeld in het eerste lid.
3.
Voor warmte met een temperatuur categorie als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel c, wordt het gebruiksonafhankelijk deel:
- a.
voor aansluitingen voor levering van warmte met een vermogen tot en met 3 kilowatt vastgesteld met inachtneming van de formule:
VKw = BTw
- b.
voor aansluitingen voor levering van warmte met een vermogen vanaf 3 kilowatt vastgesteld met inachtneming van de formule:
VKw = BTw + Ow>3kW* (AVw – 3 kW)
waarbij:
VKw = de vaste kosten voor levering van warmte in het jaar t;
BTw = basistarief voor aansluitingen voor levering van warmte met een vermogen tot en met 3 kilowatt;
O >3 kW = opslag per kilowatt extra vermogen van de aansluiting voor aansluitingen voor levering van warmte met een vermogen van meer dan 3 kilowatt, en
AVw = aansluitvermogen van een aansluiting voor levering van warmte volgens de leveringsovereenkomst.
4.
Aan een verbruiker met een centrale aansluiting voor levering van warmte met een vermogen van meer dan 100 kilowatt als bedoeld in artikel 1 van de wet wordt een opslag opgelegd voor iedere kilowatt vermogen boven de 100 kilowatt.
5.
De opslag wordt vastgesteld door de Autoriteit Consument en Markt met in achtneming van de volgende formule:
waarbij:
VKw ≤100 kW= de vaste kosten van een aansluiting voor levering van warmte met een vermogen tot en met 100 kilowatt berekend met in achtneming van de formule, bedoeld in het eerste lid, en
VKw 1000 kW = de vaste kosten van een aansluiting voor levering van warmte met een vermogen van 1000 kilowatt berekend met in achtneming van de formule, bedoeld in het eerste lid.
6.
Voor warmte met een temperatuur categorie als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, onderdeel b en d, bedraagt de opslag maximaal de helft van de opslag die is vastgesteld met behulp van de formule, bedoeld in het vijfde lid.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere eisen worden gesteld aan de elementen, genoemd in het eerste, derde of vijfde lid.