Einde inhoudsopgave
Warmtebesluit
Artikel 1a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stb. 2019, 133 (uitgifte: 04-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stb. 2019, 133 (uitgifte: 04-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Als temperatuur categorieën, als bedoeld in artikel 5, zevende lid, van de wet, worden aangewezen:
- a.
de levering van warmte met een temperatuur die direct geschikt is voor ruimteverwarming en voor:
- 1°
de verwarming van tapwater, waarbij tapwater wordt verwarmd tot een temperatuur die voldoet aan de norm, bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012, of
- 2°
de levering van warm tapwater op een temperatuur die voldoet aan de norm, bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012;
- b.
de levering van warmte die uitsluitend direct geschikt is voor ruimteverwarming;
- c.
de levering van warmte met een temperatuur die niet direct geschikt is voor ruimteverwarming en verwarming van tapwater;
- d.
de levering van:
- 1°
warmte die uitsluitend bestemd is voor de verwarming van tapwater en een temperatuur heeft die direct geschikt is voor de verwarming van tapwater tot een temperatuur die voldoet aan de norm bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012, of
- 2°
warm tapwater op een temperatuur die voldoet aan de norm bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012.
2.
Als systeem dat mede dient voor levering van warmte als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de wet wordt ieder systeem aangewezen waarbij de verbruiker bij het aangaan van de leveringsovereenkomst niet de vrije keuze heeft om alleen koude af te nemen van het systeem.