Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2007/43/EG tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens
Bijlage II Voorschriften voor het aanhouden van een hogere bezettingsdichtheid
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2007
- Bronpublicatie:
28-06-2007, PbEU 2007, L 182 (uitgifte: 12-07-2007, regelingnummer: 2007/43/EG)
- Inwerkingtreding
01-08-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2007, PbEU 2007, L 182 (uitgifte: 12-07-2007, regelingnummer: 2007/43/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Kennisgeving en documentatie
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
- 1.
De eigenaar of houder stelt de bevoegde autoriteit in kennis van zijn voornemen om een bezettingsdichtheid van meer dan 33 kg/m2 levend gewicht aan te houden.
Hij geeft het precieze cijfer aan en stelt de bevoegde autoriteit ten minste 15 dagen voordat het koppel in de stal wordt geplaatst, op de hoogte van wijzigingen van de bezettingsdichtheid.
Indien daarom door de bevoegde autoriteit wordt verzocht, gaat deze kennisgeving vergezeld van een samenvatting van de informatie in de krachtens punt 2 vereiste documentatie.
- 2.
De eigenaar of houder moet in de stal een verzameling documenten aanleggen en beschikbaar houden waarin de productiesystemen in detail zijn beschreven. Hierin moet met name informatie zijn opgenomen over de technische details van de stal en de uitrusting ervan, zoals:
- a)
een plattegrond van de stal met inbegrip van de afmetingen van de door de vleeskuikens ingenomen oppervlakten;
- b)
het ventilatiesysteem en, indien van toepassing, het koel- en het verwarmingssysteem en de locatie van deze systemen, het ventilatieschema met de beoogde parameters inzake luchtkwaliteit, zoals luchtstroming, luchtsnelheid en temperatuur;
- c)
de voeder- en watervoorziening en de locatie ervan;
- d)
de alarm- en reservesystemen die in werking treden in geval van een storing van de automatische of mechanische apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren;
- e)
het vloertype en het normaliter gebruikte strooisel.
De documentatie wordt op verzoek ter beschikking gesteld aan de bevoegde autoriteit en wordt up-to-date gehouden. Met name de technische inspecties van het ventilatiesysteem en het alarmsysteem worden geregistreerd.
De eigenaar of houder brengt de bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van eventuele wijzigingen van de beschreven stal, uitrusting of procedures die van invloed kunnen zijn op het welzijn van de dieren.
Voorschriften voor de pluimveebedrijven — controle van omgevingsparameters
3
De eigenaar of houder garandeert dat elke stal van een pluimveebedrijf is uitgerust met een ventilatiesysteem en, indien nodig, met koel- en verwarmingssystemen, die zo zijn ontworpen en gebouwd en zo functioneren dat:
- a)
de concentratie van ammoniak (NH3) niet hoger is dan 20 ppm en de concentratie van kooldioxide (CO2) niet hoger is dan 3 000 ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens;
- b)
de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3 °C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30 °C;
- c)
de gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad in de stal over een periode van 48 uur niet hoger is dan 70 % bij een buitentemperatuur van minder dan 10 °C.