Einde inhoudsopgave
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Artikel 26 [Parkeren op gehandicaptenparkeerplaats]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
20-10-2022, Stb. 2022, 413 (uitgifte: 31-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2022, Stb. 2022, 413 (uitgifte: 31-10-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
1.
Op een gehandicaptenparkeerplaats mag slechts worden geparkeerd:
- a.
een gehandicaptenvoertuig, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van een gehandicapte;
- b.
een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de gehandicapte aan wie de kaart is verstrekt, dan wel met het vervoer van een of meerdere personen die in een instelling verblijven, indien de kaart aan het bestuur van die instelling is verstrekt; of
- c.
indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig.
2.
Indien op een onderbord een maximale parkeerduur is vermeld, is artikel 25, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de parkeerplaats niet hoeft te zijn voorzien van een blauwe streep.