Einde inhoudsopgave
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2009
- Redactionele toelichting
De bepalingen die betrekking hebben op verkeersregelaars en verkeersbrigadiers berusten op art. 12, lid 1 en 3, van de Wegenverkeerswet 1994, gesteld bij de Wet van 02-11-2006, Stb. 616 (iwtr. 01-03-2009; bron iwtr. 08-12-2008, Stb. 2009, 6.
- Bronpublicatie:
26-11-2008, Stb. 2008, 513 (uitgifte: 16-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2008, Stb. 2008, 513 (uitgifte: 16-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
Besluit van 26 juli 1990, houdende vaststelling van een nieuw Reglement verkeersregels en verkeerstekens
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 mei 1989, nr. RW 26148, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op het op 8 november 1968 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake het wegverkeer (Trb. 1974, 35), het op 8 november 1968 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake verkeerstekens (Trb. 1974, 36), de op 1 mei 1971 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst tot aanvulling van het Verdrag inzake het wegverkeer dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld (Trb. 1974, 37), de op 1 mei 1971 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst tot aanvulling van het Verdrag inzake verkeerstekens dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld (Trb. 1974, 38) en het op 1 maart 1973 te Genève tot stand gekomen Protocol inzake tekens op het wegdek, aanvulling op de Europese Overeenkomst tot aanvulling van het Verdrag inzake verkeerstekens dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld (Trb. 1975, 114);
De Raad van State gehoord (advies van 2 maart 1990, nr. W09.89.0262);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juli 1990, nr. RW65898, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: