Einde inhoudsopgave
Drinkwaterbesluit
Artikel 7 Aandeel eigen vermogen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
23-05-2011, Stb. 2011, 293 (uitgifte: 21-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2011, Stb. 2011, 313 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Drinkwaterwet (18-07-2009, Stb. 370).
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
1.
Het aandeel eigen vermogen wordt bepaald als het totaal vermogen, verminderd met het vreemd vermogen, gedeeld door het totaal vermogen.
2.
Bij het vaststellen van het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet, worden de volgende criteria in acht genomen:
- a.
de kredietwaardigheid ten behoeve van het aantrekken van vreemd vermogen;
- b.
de ruimte voor investeringen;
- c.
het vermogen om financiële tegenvallers op te vangen.
3.
Het afwijken, bedoeld in artikel 10, tweede lid, tweede volzin, van de wet, van het krachtens de eerste volzin van dat lid vastgesteld maximaal toegestane aandeel eigen vermogen is toegestaan voor zover:
- a.
aannemelijk kan worden gemaakt dat dit nodig is voor het doen van investeringen,
- b.
dat leidt tot een verlaging van de kosten van financiering,
- c.
de afwijking maximaal 10 procentpunten meer bedraagt dan het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen.
4.
Een verzoek tot afwijking als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet, is met redenen omkleed.