Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 8.62i (voorschriften over controle grondwater)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Aan een omgevingsvergunning worden voorschriften verbonden die inhouden dat het niveau van het grondwater binnen en in de directe omgeving van de stortplaats voor zover mogelijk wordt vastgesteld op de in de voorschriften aangegeven referentiepunten en controlemeetpunten.
2.
Aan een omgevingsvergunning worden voorschriften verbonden waarin is aangegeven:
- a.
welke parameters worden gemeten in het grondwater;
- b.
op welke diepten in de bodem de monsterneming op elk meetpunt plaatsvindt;
- c.
dat de parameters, bedoeld onder a, voor zover mogelijk worden gemeten op de referentiepunten en de controlemeetpunten, bedoeld in het eerste lid; en
- d.
dat de metingen worden verricht in een vaste periode in het jaar.
3.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over het aan een omgevingsvergunning verbinden van voorschriften over:
- a.
de frequentie van de vaststelling van het niveau van het grondwater, bedoeld in het eerste lid;
- b.
de wijze waarop de referentiepunten en de controlemeetpunten, bedoeld in het eerste lid, worden bepaald; en
- c.
de frequentie van de metingen, bedoeld in het tweede lid, onder c.