Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.76
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Indien de inspecteur vaststelt dat:
- a.
een douaneschuld, welke ingevolge artikel 2.69 is ontstaan, ten onrechte niet of tot een te laag bedrag is vastgesteld;
- b.
in deze wet voorziene creditering van een goederenrekening ten onrechte heeft plaatsgevonden; of
- c.
teruggaaf ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
kan hij de grondslagen vaststellen waarnaar de berekening, de creditering of de teruggaaf had moeten plaatsvinden en de alsdan verschuldigde invoerrechten, kosten en bestuurlijke boeten bij beschikking navorderen.
2.
Het bedrag van de douaneschuld ingevolge de artikelen 2.70 tot en met 2.73, wordt door de inspecteur berekend en vastgesteld zodra hij over de benodigde gegevens beschikt. Indien de inspecteur niet over de vereiste gegevens beschikt, wordt het bedrag bepaald door middel van schatting. De douaneschuld ingevolge voornoemde artikelen wordt bij beschikking nagevorderd.
3.
Navordering geschiedt uiterlijk binnen een termijn van vijf jaren te rekenen vanaf het tijdstip waarop de douaneschuld is ontstaan, de creditering van de goederenrekening heeft plaatsgevonden of teruggaaf is verleend. Indien de inspecteur evenwel ingevolge een strafrechtelijk vervolgbare handeling niet in staat was het juiste bedrag van de verschuldigde invoerrechten vast te stellen, kan navordering nog na het verstrijken van de genoemde termijn van vijf jaren worden gedaan.
4.
Navordering vindt niet plaats in gevallen waarin het na te vorderen bedrag aan invoerrechten minder bedraagt dan USD 8.