Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.69
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Een douaneschuld bij invoer ontstaat indien:
- a.
aan invoerrechten onderworpen goederen worden ingevoerd, tenzij aan de goederen de douanebestemming invoer van aan invoerrechten onderworpen goederen met gehele of gedeeltelijke vrijstelling wordt gegeven;
- b.
aan dergelijke goederen de douanebestemming tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van de invoerrechten wordt gegeven;
- c.
wordt afgezien van een verleende vrijstelling van invoerrechten.
2.
De douaneschuld ontstaat voor de in het eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde douanebestemmingen op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt aanvaard. De douaneschuld ontstaat in het geval bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, op het tijdstip waarop wordt afgezien van de vrijstelling.
3.
Schuldenaren zijn:
- a.
de aangever; en
- b.
in geval van indirecte vertegenwoordiging eveneens de persoon voor wiens rekening de douaneaangifte wordt gedaan.
4.
Indien een douaneaangifte voor een van de in het eerste lid bedoelde douanebestemmingen is opgesteld op basis van gegevens die ertoe leiden dat de wettelijk verschuldigde invoerrechten geheel of gedeeltelijk niet worden geheven zijn de personen die de voor het opstellen van de aangifte benodigde gegevens hebben verstrekt en wisten, of redelijkerwijze hadden moeten weten, dat die gegevens onjuist of onvolledig waren, eveneens schuldenaar.