Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten
Artikel 13 Transparantie van de methodologie
Geldend
Geldend vanaf 10-12-2019
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2089)
- Inwerkingtreding
10-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2089)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De beheerder ontwikkelt, exploiteert en beheert de benchmark en de methodologie op transparante wijze. Daartoe zorgt de beheerder voor de publicatie of beschikbaarstelling van de volgende informatie:
- a)
de essentiële aspecten van de methodologie die de beheerder gebruikt voor elke benchmark die is aangeboden en gepubliceerd of, indien van toepassing, voor elke benchmarkgroep die is aangeboden en gepubliceerd;
- b)
nadere gegevens betreffende de interne evaluatie en de goedkeuring van een bepaalde methodologie, evenals de frequentie van die evaluatie;
- c)
de procedures voor raadpleging met betrekking tot een voorgestelde materiële wijziging in methodologie van de beheerder en de achterliggende redenen voor die wijzigingen, met inbegrip van een definitie van wat een materiële wijziging inhoudt en de omstandigheden waarin de beheerder gebruikers informeert over die wijzigingen;
- d)
een toelichting over de wijze waarop de onder a) bedoelde essentiële aspecten van de methodologie voor elke benchmark of benchmarkgroep, uitgezonderd rentevoet- en valutawisselingsbenchmarks, de ESG- factoren weerspiegelen.
Benchmarkbeheerders voldoen uiterlijk op 30 april 2020 aan het vereiste van de eerste alinea, onder d).
2.
De krachtens lid 1, onder c), voorgeschreven procedures voorzien in:
- a)
kennisgeving vooraf, met een duidelijk tijdsverloop, die de mogelijkheid biedt om de gevolgen van dergelijke voorgestelde materiële wijzigingen te analyseren en te becommentariëren, en
- b)
de onder a) van dit lid bedoelde opmerkingen en de reactie van de beheerder op deze opmerkingen, die na raadpleging toegankelijk worden, behalve wanneer de opsteller van de opmerkingen om vertrouwelijkheid heeft gevraagd.
2 bis.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 49 gedelegeerde handelingen tot aanvulling van deze verordening vast te stellen door de minimuminhoud vast te stellen van de in lid 1, eerste alinea, onder d), van dit artikel bedoelde toelichting, alsook het te gebruiken standaardformaat.
3.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen ter nadere specificering van de informatie die beheerders moeten verstrekken in overeenstemming met de in leden 1 en 2 opgenomen vereisten, met een onderscheid volgens de verschillende in deze verordening beschreven soorten benchmarks en sectoren. ESMA houdt rekening met het feit dat die aspecten van de methodologie bekend moeten worden gemaakt die voldoende gedetailleerd zijn om gebruikers in staat te stellen te begrijpen hoe een benchmark wordt aangeboden en de representativiteit ervan, de relevantie ervan voor specifieke gebruikers en de geschiktheid ervan als referentie voor financiële instrumenten en contracten te beoordelen, alsmede een toetsing uit te voeren met betrekking tot het evenredigheidsbeginsel. De ontwerpen van technische reguleringsnormen van ESMA gelden evenwel niet voor en zijn niet van toepassing op beheerders van niet-significante benchmarks.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 april 2017 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
4.
ESMA kan overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren vaststellen voor beheerders van niet-significante benchmarks om de in lid 3 van onderhavig artikel bedoelde elementen nader te specificeren.