Einde inhoudsopgave
Wet op de naburige rechten
Artikel 11 [Wanneer geen inbreuk op rechten]
Geldend
Geldend vanaf 07-06-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2020, 558 (uitgifte: 29-12-2020, kamerstukken: 35454)
- Inwerkingtreding
07-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2020, Stb. 2020, 559 (uitgifte: 29-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
Als inbreuk op de rechten, bedoeld in de artikelen 2, 6, 7a, en 8, wordt niet beschouwd het reproduceren van een opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film, of opname van een programma, of een reproductie daarvan, mits het reproduceren geschiedt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van een natuurlijke persoon die de reproductie vervaardigt; de artikelen 16c, tweede tot en met zevende lid, 16d tot en met 16ga, 17d en 35c van de Auteurswet zijn van overeenkomstige toepassing.