Einde inhoudsopgave
Wet op de naburige rechten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
29-12-2008, Stb. 2008, 583 (uitgifte: 30-12-2008, kamerstukken: 31356)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2008, Stb. 2008, 585 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
Wet van 18 maart 1993, houdende regelen inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen of van eerste vastleggingen van films en omroeporganisaties en wijziging van de Auteurswet 1912
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het voornemen toe te treden tot het in 1961 te Rome gesloten Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Trb. 1986, 182) en de in 1971 te Genève gesloten Overeenkomst ter bescherming van producenten van fonogrammen tegen het ongeoorloofd kopiëren van hun fonogrammen (Trb. 1986, 183) wenselijk is regelen te treffen inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties en dat het voorts in verband hiermee wenselijk is de Auteurswet 1912 te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: