Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.1287 (milieu: bodemvreemd materiaal)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
27-11-2020, Stb. 2021, 98 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het beschermen van het milieu worden alleen mijnsteen of vermengde mijnsteen toegepast, als:
- a.
daarin ten hoogste 20 gewichtsprocent steenachtig materiaal, met uitzondering van mijnsteen, of hout voorkomt en dat bodemvreemde materiaal al voorafgaand aan het ontgraven of bewerken in de bodem aanwezig was en vermenging daarmee redelijkerwijs niet kon worden voorkomen; en
- b.
daarin alleen sporadisch ander bodemvreemd materiaal dan steenachtig materiaal of hout voorkomt en dat bodemvreemde materiaal al voorafgaand aan het ontgraven of bewerken in de bodem aanwezig was, voor zover redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat het uit de mijnsteen of vermengde mijnsteen wordt verwijderd voordat de mijnsteen of vermengde mijnsteen wordt toegepast.
2.
Als in mijnsteen of vermengde mijnsteen bodemvreemd materiaal voorkomt, is tijdens het toepassen van de mijnsteen of vermengde mijnsteen bewijs voorhanden dat het materiaal al voorafgaand aan het ontgraven of bewerken in de vermengde mijnsteen aanwezig was.