Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.1290 (grootschalig toepassen)
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
27-11-2020, Stb. 2021, 98 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Mijnsteen of vermengde mijnsteen mag in afwijking van artikel 4.1288, eerste en tweede lid, ook volgens het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid van dit artikel worden toegepast als sprake is van toepassen voor:
- a.
een weg of spoorweg als bedoeld in artikel 4.1285, tweede lid, onder a, waarin bij het aanleggen ten minste 5.000 m3 mijnsteen of vermengde mijnsteen in een laagdikte van ten minste 0,5 m zal worden toegepast;
- b.
een ander functionele toepassing als bedoeld in artikel 4.1285, tweede lid, onder a, of een functionele toepassing als bedoeld in artikel 4.1285, tweede lid, onder d of e, waarin bij het aanleggen ten minste 5.000 m3 mijnsteen of vermengde mijnsteen in een laagdikte van ten minste 2 m zal worden toegepast; of
- c.
het in stand houden, herstellen, veranderen of uitbreiden van een functionele toepassing als bedoeld onder a of b, die is aangelegd na 1 juli 2008.
2.
Met het oog op het beschermen van het milieu worden alleen mijnsteen of vermengde mijnsteen toegepast van een kwaliteit die voldoet aan de kwaliteitseisen, bedoeld in artikel 25d, zesde lid, van het Besluit bodemkwaliteit, die gelden voor de kwaliteit ‘emissiearme mijnsteen’ of de kwaliteit ‘emissiearme vermengde mijnsteen’, en de kwaliteitseisen, bedoeld in artikel 25d, tweede en derde lid, van het Besluit bodemkwaliteit, die gelden voor:
- a.
grond van de kwaliteitsklasse industrie als sprake is van het op of in de landbodem toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen;
- b.
grond van de kwaliteitsklasse industrie als sprake is van het in een oppervlaktewaterlichaam toepassen van vermengde mijnsteen, als het gaat om mijnsteen vermengd met grond; of
- c.
baggerspecie van de kwaliteitsklasse matig verontreinigd als sprake is van het in een oppervlaktewaterlichaam toepassen van vermengde mijnsteen, als het gaat om mijnsteen vermengd met baggerspecie.
3.
In een geval als bedoeld in het eerste lid, onder a of c in samenhang met a:
- a.
wordt op de toegepaste mijnsteen of vermengde mijnsteen, met uitzondering van mijnsteen of vermengde mijnsteen die in bermen en taluds wordt toegepast, een aaneengesloten laag bouwstoffen aangebracht en in stand gehouden; en
- b.
worden in de bermen en taluds tot de dichtst bijgelegen fysieke afscheiding met een afstand van ten hoogste 10 m vanaf de rand van de verharding van de weg of het ballastbed van de spoorweg alleen mijnsteen of vermengde mijnsteen toegepast van een kwaliteit die voldoet aan de kwaliteitseisen, bedoeld in artikel 25d, tweede lid, van het Besluit bodemkwaliteit, die gelden voor grond van de kwaliteitsklasse industrie.
4.
In een geval als bedoeld in het eerste lid, onder b of c in samenhang met b, wordt op de toegepaste mijnsteen of vermengde mijnsteen:
- a.
een aaneengesloten laag bouwstoffen aangebracht en in stand gehouden;
- b.
een afdeklaag van grond of baggerspecie aangebracht en in stand gehouden met een laagdikte van ten minste 0,5 m, waarin alleen grond of baggerspecie worden toegepast van een kwaliteit die voldoet aan de kwaliteitseisen die volgens artikel 4.1272, eerste of tweede lid, gelden voor:
- 1°
het toepassen van grond of baggerspecie op of in de aangrenzende landbodem;
- 2°
het toepassen van grond of baggerspecie op de aangrenzende waterbodem als sprake is van toepassen in een oppervlaktewaterlichaam en dat oppervlaktewaterlichaam niet tot landbodem wordt ontwikkeld; of
- c.
een afdeklaag van mijnsteen of vermengde mijnsteen aangebracht en in stand gehouden met een laagdikte van ten minste 0,5 m, waarin alleen mijnsteen of vermengde mijnsteen worden toegepast van een kwaliteit die voldoet aan de kwaliteitseisen die volgens artikel 4.1288, eerste en tweede lid, gelden voor:
- 1°
het toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen op of in de aangrenzende landbodem; of
- 2°
het toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen op of in de aangrenzende waterbodem als sprake is van toepassen in een oppervlaktewaterlichaam en dat oppervlaktewaterlichaam niet tot landbodem wordt ontwikkeld.