Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
6.5 Bijstand van een advocaat
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
28-06-2022, Stcrt. 2022, 16773 (uitgifte: 30-06-2022, regelingnummer: WBV 2022/14)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2022, Stcrt. 2022, 16773 (uitgifte: 30-06-2022, regelingnummer: WBV 2022/14)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De ambtenaar als bedoeld in artikel 5.3 VV stelt de vreemdeling tijdig in kennis van het recht om in het bijzijn van een advocaat gehoord te worden. Als de vreemdeling een advocaat bij het gehoor wenst en een voorkeursadvocaat heeft, dan wordt de voorkeursadvocaat bericht over de voorgenomen inbewaringstelling. Als de voorkeursadvocaat niet bereikbaar is, wordt de piketcentrale bericht over de voorgenomen inbewaringstelling. Bij een hernieuwde inbewaringstelling als bedoeld in paragraaf A5/6.7 Vc kan dit bericht verzonden worden naar de advocaat die de vreemdeling in de eerdere bewaringsprocedure al bijstond.
Er mag met het gehoor worden begonnen zonder bijzijn van een advocaat:
- •
indien de vreemdeling geen advocaat bij het gehoor wenst;
- •
indien de vreemdeling wel een advocaat bij het gehoor wenst, en de advocaat heeft aangegeven niet bij het gehoor aanwezig te kunnen of te willen zijn; of
- •
indien de vreemdeling wel een advocaat bij het gehoor wenst, en er binnen twee uur na de verzending van het bericht over de voorgenomen inbewaringstelling nog geen advocaat aanwezig is.
Indien de vreemdeling wordt gehoord in het bijzijn van een advocaat, wordt de advocaat op diens verzoek in de gelegenheid gesteld om na afloop van het gehoor een zienswijze te geven over de voorgenomen inbewaringstelling.
De ambtenaar als bedoeld in artikel 5.3 VV moet op verzoek van de advocaat van de vreemdeling een kopie van de beschikking tot bewaring (model M109, M109-A of M109-B) en van het proces-verbaal van gehoor (model M110) geven.