Burgerlijk Wetboek Boek 1
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1:artikel 337A
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 337a [Gezamenlijke uitoefening voogdij]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 17-02-1999
- Bronpublicatie:
28-01-1999, Stb. 1999, 30 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25836)
- Inwerkingtreding
17-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-1999, Stb. 1999, 40 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
1.
In geval van gezamenlijke uitoefening van de voogdij worden de bevoegdheden die de voogd ingevolge de paragrafen 10 en 11 heeft, gezamenlijk door de voogden uitgeoefend, met dien verstande dat de bevoegdheden ook aan een voogd alleen toekomen tenzij van bezwaren van de andere voogd is gebleken.
2.
De in bedoelde paragrafen genoemde verplichtingen rusten op ieder van de voogden.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.