Burgerlijk Wetboek Boek 1
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1:Artikel 351 [Vermogen belegd in onderneming; onverdeelde boedel]
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 351 [Vermogen belegd in onderneming; onverdeelde boedel]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-1970
- Bronpublicatie:
28-05-1969, Stb. 1969, 257 (uitgifte: 28-05-1969, kamerstukken: 3767 )
- Inwerkingtreding
01-01-1970
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-1969, Stb. 1969, 259 (uitgifte: 01-01-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
1.
Wanneer het vermogen van de minderjarige of een gedeelte daarvan in een onderneming van handel, landbouw of nijverheid is geplaatst, mag de voogd de zaken voor rekening, hetzij van de minderjarige alleen, hetzij van deze met anderen, niet voortzetten dan met machtiging van de kantonrechter.
2.
Zonder machtiging van de kantonrechter mag de voogd een boedel, waartoe de minderjarige gerechtigd is, niet onverdeeld laten.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.