Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode
Artikel 32 Weigering van een visum
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Inwerkingtreding
27-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd artikel 25, lid 1, wordt een visum geweigerd:
- a)
indien de aanvrager:
- i)
een vals, nagemaakt of vervalst reisdocument heeft overgelegd;
- ii)
het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf niet heeft aangetoond;
- ii bis)
het doel en de omstandigheden van de voorgenomen luchthaventransit niet heeft aangetoond;
- iii)
niet heeft aangetoond over voldoende middelen van bestaan te beschikken, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor zijn terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar hij met zekerheid zal worden toegelaten, of in de mogelijkheid te verkeren deze middelen legaal te verkrijgen;
- iv)
in de lopende periode van 180 dagen reeds 90 dagen op het grondgebied van de lidstaten heeft verbleven op grond van een eenvormig visum of een visum met territoriaal beperkte geldigheid;
- v)
ter fine van weigering van toegang in het SIS gesignaleerd staat;
- vi)
wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid als omschreven in artikel 2, lid 19, van de Schengengrenscode, of de internationale betrekkingen van één van de lidstaten, en met name of hij om dezelfde redenen met het oog op weigering van toegang gesignaleerd staat in de nationale databanken van de lidstaten;
- vii)
in voorkomend geval, niet heeft aangetoond te beschikken over een toereikende en geldige medische reisverzekering,
of
- b)
indien er redelijke twijfel bestaat over de echtheid van de door de aanvrager overgelegde bewijsstukken of over de geloofwaardigheid van de inhoud ervan, de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aanvrager of zijn voornemen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten vóór het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum.
2.
Een afwijzende beslissing en de redenen daarvoor worden, zoals uiteengezet in bijlage VI, aan de aanvrager ter beschikking gesteld in de beveiligde account. Die beslissing wordt opgesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen en in een andere officiële taal van de Unie. De lidstaten kunnen aanvullende documenten toevoegen om die beslissing te motiveren.
Zodra de afwijzende beslissing door de bevoegde autoriteit is genomen en beschikbaar is gesteld in de beveiligde account overeenkomstig artikel 7 octies, lid 2, van de VIS-verordening, wordt via het EU-VAP een elektronisch bericht naar de aanvrager verzonden overeenkomstig artikel 7 octies, lid 1, van die verordening. Indien een aanvrager door een andere persoon wordt vertegenwoordigd, wordt dat elektronische bericht aan beide van hen verzonden.
De termijn om krachtens het nationale recht beroep in te stellen tegen een afwijzende beslissing gaat in op het moment waarop de aanvrager de beslissing raadpleegt in de beveiligde account. De termijn wordt berekend op basis van de tijdzone van de verblijfplaats van de aanvrager zoals vermeld op het aanvraagformulier.
De beslissing wordt geacht door de aanvrager te zijn geraadpleegd op de achtste dag na de datum van verzending van het elektronische bericht waarmee de aanvrager in kennis wordt gesteld van het feit dat de beslissing beschikbaar is in de beveiligde account van de aanvrager. Vanaf die dag wordt de aanvrager geacht in kennis te zijn gesteld van de beslissing.
De datum van daadwerkelijke of veronderstelde kennisgeving van de beslissing aan de aanvrager wordt op het EU-VAP aangegeven. In het geval van een veronderstelde kennisgeving wordt via het EU-VAP een automatisch elektronisch bericht naar de aanvrager verzonden.
Indien de beveiligde account om technische redenen niet kan worden gebruikt, kunnen aanvragers contact opnemen met het bevoegde consulaat, de centrale autoriteiten of de externe dienstverlener.
De kennisgeving van de in dit lid bedoelde beslissingen kan op verzoek van de aanvrager plaatsvinden via andere kennisgevingsmethoden, mits die door de lidstaat zijn toegestaan.
Voor aanvragen die niet via het EU-VAP zijn ingediend in gevallen als bedoeld in artikel 9, lid 1 ter, en artikel 35 worden de afwijzende beslissing en de redenen daarvoor aan de aanvrager kenbaar gemaakt middels het standaardformulier van bijlage VI in de officiële taal of talen van de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen en in een andere officiële taal van de Unie.
3.
Aanvragers aan wie een visum is geweigerd, kunnen in beroep gaan. Het beroep wordt ingesteld tegen de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen. De nationale wetgeving van die lidstaat is op het beroep van toepassing. De lidstaten verstrekken de aanvragers informatie over de procedure in geval van een beroep, zoals gespecificeerd in bijlage VI.
4.
Vervallen.
5.
Informatie over geweigerde visa wordt in het VIS ingevoerd overeenkomstig artikel 12 van de VIS-verordening.