Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode
Artikel 24 Afgifte van een eenvormig visum
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Inwerkingtreding
27-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De geldigheidsduur van een visum en de lengte van het toegestane verblijf worden gebaseerd op het onderzoek als bedoeld in artikel 21.
Een visum kan worden afgegeven voor één, twee of meer binnenkomsten. De geldigheidsduur is niet langer dan vijf jaar.
Onverminderd artikel 12, lid 1, punt a), omvat de geldigheidsduur van een visum voor één binnenkomst een extra ‘marge’ van 15 kalenderdagen.
De lidstaten kunnen beslissen deze extra marge niet toe te kennen om redenen van openbare orde of vanwege de internationale betrekkingen van één van de lidstaten.
2.
Mits de aanvrager aan de inreisvoorwaarden van artikel 6, lid 1, punten a), c), d) en e), van de Schengengrenscode voldoet, worden meervoudige inreisvisa met een lange geldigheidsduur afgegeven voor de volgende perioden:
- a)
voor een geldigheidsduur van één jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar drie visa heeft gekregen en rechtmatig heeft gebruikt;
- b)
voor een geldigheidsduur van twee jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar een eerder afgegeven meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van één jaar heeft gekregen en rechtmatig heeft gebruikt;
- c)
voor een geldigheidsduur van vijf jaar, mits de aanvrager in de voorgaande drie jaar een eerder afgegeven meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van twee jaar heeft gekregen en rechtmatig heeft gebruikt.
Overeenkomstig artikel 25, lid 1, afgegeven luchthaventransitvisa en visa met territoriaal beperkte geldigheid worden niet in aanmerking genomen voor de afgifte van meervoudige inreisvisa.
2 bis.
De geldigheid van de meervoudige inreisvisa wordt niet beperkt door de geldigheidsduur van het reisdocument.
2 ter.
In afwijking van lid 2 beoordelen de consulaten in het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking of de in lid 2 vastgestelde regels inzake de afgifte van meervoudige inreisvisa moeten worden aangepast om rekening te houden met de plaatselijke omstandigheden en met risico's op het gebied van migratie en veiligheid, met als doel gunstigere of restrictievere regels vast te stellen overeenkomstig lid 2 quinquies.
2 quater.
Onverminderd lid 2 kan een meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar worden afgegeven aan aanvragers die de noodzaak aantonen of hun voornemen motiveren om veelvuldig of regelmatig te reizen, mits zij hun integriteit en betrouwbaarheid aantonen, waaronder met name het rechtmatige gebruik van eerder afgegeven visa, hun economische situatie in het land van herkomst en hun werkelijke voornemen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van het aangevraagde visum.
2 quinquies.
Wanneer zulks nodig is op basis van de in lid 2 ter van dit artikel bedoelde beoordeling, stelt de Commissie middels uitvoeringshandelingen de regels betreffende de in lid 2 van dit artikel vastgestelde voorwaarden voor de afgifte van meervoudige inreisvisa vast die in elk ambtsgebied moeten worden toegepast om rekening te houden met de plaatselijke omstandigheden, de risico's op het gebied van migratie en veiligheid en de algemene betrekkingen van de Unie met het derde land in kwestie. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3.
De gegevens als omschreven in artikel 10, lid 1, van de VIS-verordening worden in het VIS ingevoerd wanneer is beslist het visum af te geven.
4.
Zodra de beslissing over de afgifte van een visum door de bevoegde autoriteit is genomen en beschikbaar is gesteld in de beveiligde account overeenkomstig artikel 7 octies, lid 2, van de VIS-verordening, wordt via het EU-VAP een elektronisch bericht naar de aanvrager verzonden overeenkomstig artikel 7 octies, lid 1, van die verordening.
De beslissing wordt aan de aanvrager ter beschikking gesteld in de beveiligde account.
De kennisgeving van de beslissing tot afgifte van een visum kan op verzoek van de aanvrager plaatsvinden via andere kennisgevingsmethoden, mits die door de lidstaat zijn toegestaan.