Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het vaststellen van eenige eenvormige regelen betreffende aanvaring
Artikel 16 [Bekrachtiging van Verdrag]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1913
- Bronpublicatie:
23-09-1910, Stb. 1913, 74 (uitgifte: 28-02-1913, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1913
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-1910, Stb. 1913, 74 (uitgifte: 28-02-1913, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Dit verdrag zal worden bekrachtigd.
2.
Na afloop van een termijn van ten hoogste een jaar, te rekenen van den dag der onderteekening van het verdrag, zal de Belgische regeering zich in verbinding stellen met de regeeringen der hooge verdragsluitende partijen, die zich tot bekrachtiging hebben bereid verklaard, ten einde te doen beslissen of er aanleiding is het verdrag in werking te stellen.
3.
De akten van bekrachtiging zullen in dat geval dadelijk te Brussel worden nedergelegd en ééne maand na deze nederlegging zal het verdrag in werking treden.
4.
Het protocol zal nog gedurende één jaar open blijven ten behoeve der Staten welke op de conferentie te Brussel vertegenwoordigd waren. Na dat tijdsverloop zullen deze slechts kunnen toetreden overeenkomstig de bepalingen van artikel 15.