Einde inhoudsopgave
Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing van (kandidaat)(mede)beleidsbepalers van accountantsorganisaties
Bijlage A2 Strafrechtelijke antecedenten als bedoeld in artikel 2, tweede lid en artikel 3, derde lid
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2006
- Bronpublicatie:
19-09-2006, Stcrt. 2006, 190 (uitgifte: 29-09-2006, regelingnummer: 06-01)
- Inwerkingtreding
01-10-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2006, Stcrt. 2006, 190 (uitgifte: 29-09-2006, regelingnummer: 06-01)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Algemeen
Veroordelingen
Betrokkene is bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak veroordeeld ter zake van (poging tot, voorbereiding van, doen plegen van, uitlokken van — mislukte uitlokking, art. 46a WvSr. daaronder begrepen —, medeplegen van en/of medeplichtigheid aan) één of meer van de hieronder opgesomde strafbare feiten:
- —
het in of vanuit Nederland, beschikkende over voorwetenschap, verrichten of bewerkstelligen van transacties in bepaalde effecten ( artikel 46 Wte);
- —
het doorgeven van voorwetenschap als bedoeld in artikel 46 Wte of de nadrukkelijke aanbeveling bepaalde transacties te doen zonder daarbij de voorwetenschap door te geven ( artikel 46a Wte);
- —
diefstal onder verzwarende omstandigheden ( 311, 312 WvSr.), verduistering ( 321–323 WvSr.), valsheid in geschrifte ( 225 WvSr.), opzettelijk verstrekken van onware gegevens ( 227a WvSr.), opzettelijk schenden van de verplichting gegevens te verstrekken ( 227b WvSr.), benadeling van schuldeisers of rechthebbenden ( 340–348 WvSr.);
- —
opzetheling ( 416 WvSr.);
- —
witwassen ( 420 bis–420 ter WvSr.);
- —
Onder veroordelingen wordt ook verstaan veroordelingen in het buitenland wegens overtreding van een of meer aldaar geldende strafbepalingen vergelijkbaar met de hierboven genoemde.