Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 8A Zeevaart
Geldend
Geldend vanaf 21-01-1989
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1989, 168).
- Bronpublicatie:
30-07-1988, Trb. 1988, 122 (uitgifte: 09-09-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-01-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-1989, Trb. 1989, 4 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voordelen uit de exploitatie van schepen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
2.
Indien echter de exploitatie van een schip in de andere Staat anders dan van voorbijgaande aard is, mogen deze voordelen overeenkomstig de wetgeving van die Staat ook in die andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre die voordelen uit die andere Staat worden verkregen en mits die voordelen betrekking hebben op een of meer van de eerste tien kalenderjaren waarvoor de Overeenkomst van kracht is.
Voor de toepassing van dit lid:
- a)
worden onder ‘voordelen die uit de andere Staat worden verkregen’ verstaan voordelen behaald met het vervoer van passagiers die in de andere Staat aan boord zijn gegaan of vracht die in de andere Staat is ingeladen;
- b)
overschrijdt het bedrag van deze voordelen niet 5 percent van de ontvangsten ter zake van zodanig vervoer;
- c)
bedraagt het belastingtarief op deze voordelen 50 percent van het belastingtarief dat op die voordelen van toepassing zou zijn zonder deze Overeenkomst.
3.
Indien de plaats van de werkelijke leiding van een zeevaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats geacht te zijn gelegen in de Staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.
4.
Voor de toepassing van dit artikel:
- a)
wordt interest op kapitaal, dat wordt aangewend voor de exploitatie van schepen in internationaal verkeer aangemerkt als voordelen uit de exploitatie van die schepen en zijn de bepalingen van artikel 11 met betrekking tot die interest niet van toepassing; en
- b)
omvatten voordelen uit de exploitatie van schepen mede;
- (i)
voordelen verkregen uit het gebruik, het onderhoud of de verhuur van containers (waaronder begrepen opleggers of aanhangwagens en daarmee verband houdende uitrusting voor het vervoer van containers) in verband met het vervoer van goederen of koopwaar in internationaal verkeer;
- (ii)
voordelen uit de verhuur van schepen op basis van verhuur met of zonder bemanning indien deze in internationaal verkeer worden geëxploiteerd.
Mits deze voordelen voortvloeien uit de voordelen omschreven in het eerste lid.
5.
De bepalingen van dit artikel zijn ook van toepassing op voordelen uit de deelneming in een ‘pool’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal opererend agentschap.