Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek India tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 7 Winst uit onderneming
Geldend
Geldend vanaf 21-01-1989
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1989, 168).
- Bronpublicatie:
30-07-1988, Trb. 1988, 122 (uitgifte: 09-09-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-01-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-1989, Trb. 1989, 4 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De voordelen van een onderneming van een van de Staten zijn slechts in die Staat belastbaar, tenzij de onderneming in de andere Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent, mogen de voordelen van de onderneming in de andere Staat worden belast, maar slechts in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
2.
Onder voorbehoud van de bepalingen van het derde lid worden, indien een onderneming van een van de Staten in de andere Staat haar bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, in elk van de Staten aan die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die geheel onafhankelijk transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste inrichting is. In gevallen waarin het juiste bedrag van de aan een vaste inrichting toe te rekenen voordelen niet kan worden vastgesteld of de vaststelling daarvan uitzonderlijke moeilijkheden oplevert, mogen de aan de vaste inrichting toe te rekenen voordelen worden geschat op basis van een verdeling van de totale winst van de onderneming over haar verschillende delen, mits evenwel, het resultaat in overeenstemming is met de in dit artikel neergelegde beginselen.
3
a)
Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten kosten — waaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten — die ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waarin de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in de Staat waarin de vaste inrichting is gevestigd, hetzij elders, zulks in overeenstemming met de bepalingen en onder voorbehoud van de beperkingen van de belastingwetgeving van die Staat. In het geval, dat de wetgeving van de Staat waarin de vaste inrichting is gevestigd het in aftrek toe te laten bedrag aan kosten van de leiding en algemene beheerskosten aan een beperking onderwerpt, en in een Overeenkomst tussen die Staat en een derde Staat die in werking treedt na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, die beperking wordt versoepeld of te niet gedaan, zal de bevoegde autoriteit van die Staat de bevoegde autoriteit van de andere Staat de bewoordingen van de desbetreffende bepaling in de Overeenkomst met die derde Staat mededelen, zulks onmiddellijk na de inwerkingtreding van die Overeenkomst en zullen, indien de bevoegde autoriteit van de andere Staat daarom verzoekt, de bepalingen van dit onderdeel door middel van een protocolbepaling worden gewijzigd teneinde het in overeenstemming te brengen met die bewoordingen.
b)
Een dergelijke aftrek wordt evenwel niet toegestaan ter zake van bedragen (met uitzondering van die wegens vergoeding van werkelijke kosten) welke eventueel door de vaste inrichting aan het hoofdkantoor van de onderneming of een van haar andere kantoren worden betaald als royalty's, vergoedingen of andere soortgelijke betalingen voor het gebruik van octrooien of andere rechten, of als commissieloon voor bepaalde diensten of voor het geven van leiding, dan wel, behalve in het geval van een onderneming die het bankbedrijf uitoefent, als interest op gelden die aan de vaste inrichting zijn geleend. Evenmin wordt bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting rekening gehouden met bedragen (met uitzondering van die wegens vergoeding van werkelijke kosten) welke door de vaste inrichting aan het hoofdkantoor van de ondernemingen of een van haar andere kantoren in rekening worden gebracht als royalty's, vergoedingen of andere soortgelijke betalingen voor het gebruik van octrooien of andere rechten, of als commissieloon voor bepaalde diensten of voor het geven van leiding, dan wel, behalve in het geval van een onderneming die het bankbedrijf uitoefent, als interest op gelden die aan het hoofdkantoor van de ondernemingen of een van haar andere kantoren zijn geleend.
4.
Er worden geen voordelen aan een vaste inrichting toegerekend enkel op grond van aankoop door die vaste inrichting van goederen of koopwaar voor de onderneming.
5.
Voor de toepassing van de voorgaande leden worden de aan de vaste inrichting toe te rekenen voordelen van jaar tot jaar volgens dezelfde methode bepaald, tenzij er een goede en genoegzame reden bestaat om hiervan af te wijken.
6.
Indien in de voordelen bestanddelen zijn begrepen die afzonderlijk in andere artikelen van deze Overeenkomst worden behandeld, worden de bepalingen van die artikelen niet aangetast door de bepalingen van dit artikel.