Mededeling verplichtstelling Bedrijfspensioenfonds Landbouw
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 06-01-1987
- Bronpublicatie:
22-12-1986, Stcrt. 1987, 3 (uitgifte: 01-01-1987, regelingnummer: SZ/PV/P&S/SVP/86/10521)
- Inwerkingtreding
06-01-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1986, Stcrt. 1987, 3 (uitgifte: 01-01-1987, regelingnummer: SZ/PV/P&S/SVP/86/10521)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Mededeling van 27 mei 1949
27 Mei 1949 / Afdeling Arbeidersbescherming / No. 1110
De Minister van Sociale Zaken;
Gezien het verzoek van de Stichting voor de Landbouw dd. 26 Maart 1949, gedaan mede namens de Kring Bloemisterij-Hoveniers van de Vereniging ‘Groep Bloemisterij’ uit de Nederlandse Tuinbouwraad, daartoe strekkende, dat met ingang van 1 Mei 1949 het deelnemen in het bedrijfspensioenfonds voor de landbouw voor de arbeiders in bepaalde in het verzoek genoemde agrarische bedrijfstakken verplicht wordt gesteld;
Overwegende, dat adressante als orgaan van samenwerking tussen het Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité, de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond, de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond, de Algemene Nederlandse Landarbeidersbond, de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond en de Nederlandse Rooms Katholieke Landarbeidersbond ‘St. Deusdedit’ is te beschouwen als een voldoende representatieve vertegenwoording[lees: vertegenwoordiging] van het georganiseerde bedrijfsleven in de hierna onder 1° tot en met 9° bedoelde bedrijfstakken, terwijl de bovengenoemde Kring Bloemisterij-Hoveniers te zamen met de drie genoemde arbeidersbonden als zodanig is te beschouwen met betrekking tot het hoveniersbedrijf;
Gezien de desbetreffende adviezen van de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening dd. 7 April 1949, Directie van de Landbouw, no. 1003, afdeling A.Z., letter L.A.Z., en van de Minister van Economische Zaken van 20 Mei 1949, no. 25479, afdeling I PLS;
Gehoord de Stichting van den Arbeid en de Verzekeringskamer;
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, 4 en 5, tweede en derde lid, van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds en op zijn beschikking van 13 Mei 1949, no. 978, afdeling Arbeidersbescherming (Nederlandse Staatscourant van 16 Mei 1949, no. 94);
Heeft goedgevonden: