Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 27 Steun voor innovatieclusters
Geldend
Geldend van 01-07-2023 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
23-06-2023, PbEU 2023, L 167 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: 2023/1315)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2023, PbEU 2023, L 167 (uitgifte: 30-06-2023, regelingnummer: 2023/1315)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Steun voor innovatieclusters is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de artikel 108, aanmeldingsverplichting van lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
2.
Investeringssteun kan worden toegekend aan de eigenaar van het innovatiecluster. Exploitatiesteun kan worden toegekend aan de exploitant van het innovatiecluster. De exploitant, indien verschillend van de eigenaar, kan een rechtspersoon zijn of een consortium van ondernemingen zonder afzonderlijke rechtspersoonlijkheid. In alle gevallen moet elke onderneming een afzonderlijke boekhouding voeren voor de kosten en opbrengsten van elke activiteit (eigendom, exploitatie en gebruik van het cluster) volgens de toepasselijke boekhoudkundige normen.
3.
Toegang tot de panden, faciliteiten en activiteiten van het cluster staat open voor meerdere gebruikers en wordt op transparante en niet-discriminerende basis verleend. Ondernemingen die ten minste 10 % van de investeringskosten van het innovatiecluster hebben gefinancierd, kunnen preferente toegang krijgen op gunstigere voorwaarden. Om overcompensatie te vermijden, is deze toegang evenredig aan de bijdrage van de onderneming in de investeringskosten en worden deze voorwaarden publiek beschikbaar gesteld.
4.
De vergoedingen die voor het gebruik van de faciliteiten van het cluster en voor deelname aan de activiteiten van het cluster worden berekend, stemmen overeen met de marktprijs of weerspiegelen de kosten ervan, plus een redelijke marge.
5.
Voor de bouw of het upgraden van innovatieclusters mag investeringssteun worden verleend. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten van de investeringen in immateriële en materiële activa.
6.
De steunintensiteit van investeringssteun voor innovatieclusters bedraagt ten hoogste 50 % van de in aanmerking komende kosten. De steunintensiteit kan worden verhoogd met 15 procentpunten voor innovatieclusters in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag voldoen, en met 5 procentpunten voor innovatieclusters in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen.
7.
Voor de exploitatie van innovatieclusters mag exploitatiesteun worden verleend. De steun mag ten hoogste tien jaar lopen.
8.
De voor exploitatiesteun ten behoeve van innovatieclusters in aanmerking komende kosten zijn de personeelskosten en administratieve kosten (met inbegrip van de algemene kosten) met betrekking tot:
- a)
het aansturen van het cluster ter bevordering van samenwerking, informatiedeling en het verschaffen of toeleiden van gespecialiseerde en op maat gemaakte zakelijke ondersteuningsdiensten;
- b)
de marketing van het cluster om nieuwe ondernemingen of organisaties aan te trekken en de zichtbaarheid te verhogen;
- c)
het beheer van de faciliteiten van het cluster, de organisatie van opleidingsprogramma's, workshops en conferenties ter ondersteuning van kennisdeling, netwerking en transnationale samenwerking.
9.
De steunintensiteit van exploitatiesteun voor innovatieclusters bedraagt ten hoogste 50 % van de totale in aanmerking komende kosten over de periode waarvoor steun wordt toegekend.